Cover
ابدأ الآن مجانًا Gigantisme en innovatie 2025.pptx
Summary
# Gigantisme en concentratie in de economie
Dit onderwerp onderzoekt de groei van gigantische bedrijven en de toenemende concentratie van macht en marktaandeel in verschillende economische sectoren.
### 1.1 Wat is gigantisme?
Gigantisme, in medische termen, verwijst naar abnormale groei van het lichaam als gevolg van overproductie van groeihormoon. Metaforisch toegepast op de economie, duidt het op een economie die steeds meer gedomineerd wordt door gigantische bedrijven die 'ongezond' groot zijn.
#### 1.1.1 Gigantisme in de hedendaagse economie
* De top 200 bedrijven in de Verenigde Staten zijn goed voor ongeveer 45% van de toegevoegde waarde, een aanzienlijke stijging ten opzichte van 30% in 1947.
* Er ontstaan mega-bedrijven met biljoenen aan beurskapitalisatie. De zes grootste Amerikaanse technologiebedrijven hebben een marktkapitalisatie die gelijkstaat aan die van de volgende 94 grootste bedrijven. De zogenaamde 'Magnificent Seven' vertegenwoordigen alleen al 35% van de totale beurswaarde in de VS.
#### 1.1.2 Breder toepassingsgebied van economische logica
De economische logica van schaalvoordelen (economies of scale) wordt steeds vaker toegepast op andere sectoren:
* **Onderwijs:** Er is een trend naar grotere scholen en fusies.
* **Gezondheidszorg:** Er is een trend naar gigantische ziekenhuizen.
### 1.2 Concentratie in economische sectoren
Concentratie verwijst naar de situatie waarin een economische sector gedomineerd wordt door een klein aantal bedrijven. Dit is een duidelijke trend die leidt tot:
* **Verminderde concurrentie:** Een handvol bedrijven domineert de markt, wat resulteert in een oligopolistische structuur.
* **Grotere machtspositie:** Dit leidt tot hogere winstmarges en winsten voor de dominante bedrijven.
* **Daling van het arbeidsaandeel:** Een groter deel van de toegevoegde waarde komt terecht bij bedrijven en aandeelhouders, en een kleiner deel bij arbeid.
#### 1.2.1 Illustratief voorbeeld: De voedselindustrie
De voedselindustrie is een duidelijk voorbeeld van deze concentratietrend.
> **Tip:** Het verschil in tijdsduur tussen een miljoen en een miljard seconden is enorm. Een miljard seconden is ongeveer 31,5 jaar, terwijl een biljoen seconden ruim 31.546 jaar omvat. Dit illustreert de schaal waarop gigantische bedrijven opereren.
### 1.3 Gigantisme en machtsconcentratie
De concentratie binnen grote bedrijven leidt tot een concentratie van macht:
* **Afhankelijkheid van grote spelers:** Overheden en lokale economieën worden steeds afhankelijker van grote economische spelers.
* **Beïnvloeding van politiek en maatschappij:** Grote economische spelers oefenen sterke invloed uit op politieke en maatschappelijke besluitvorming. Er zijn bijvoorbeeld tienduizenden lobbyisten actief in Brussel, wat neerkomt op ongeveer één lobbyist voor elke ambtenaar.
#### 1.3.1 Cronyfisme en verstrengeling met de overheid
* **Cronyisme:** Private belangen worden gemanipuleerd om publiek beleid te beïnvloeden.
* **Verstrengeling tussen bedrijven en overheid:** De relatie tussen grote bedrijven en overheidsinstanties kan leiden tot het inzetten van staatsmacht om bepaalde bedrijven concurrentievoordelen te verschaffen. Dit wordt versterkt door de 'draaideur' tussen politiek en grote bedrijven.
#### 1.3.2 Voordelen voor grote bedrijven
* **Overheidscontracten en subsidies:** Grote bedrijven ontvangen het leeuwendeel van overheidscontracten en subsidies.
* **Regelgeving op maat:** Regelgeving is vaak complex en wordt zodanig geschreven dat deze ten goede komt aan grote bedrijven.
* **Too big to fail:** Grote bedrijven krijgen sneller steun van de overheid wanneer ze in financiële problemen komen.
* **Uitholling van concurrentiewetgeving:** Anti-trust- en antikartelwetten worden uitgehold.
### 1.4 Gevolgen van gigantisme op de economie
Gigantisme en de daaruit voortvloeiende marktmacht hebben significante gevolgen voor de economie.
#### 1.4.1 Concurrentie en monopolie
* In een markt met perfecte concurrentie zal een bedrijf de prijs laten zakken bij een kostendaling, wat leidt tot meer productie en meer aanwervingen.
* Een monopolist zal de prijzen echter hoger houden en minder produceren. Dit resulteert in minder banen en lagere lonen voor werknemers, omdat de vraag naar arbeid afneemt. Bovendien daalt de koopkracht van consumenten door de hogere prijzen.
#### 1.4.2 Marktmacht en winstmarges
* De reden dat prijzen niet dalen wanneer bedrijven goedkoper produceren, is het gebrek aan voldoende concurrentie.
* In bijna alle sectoren neemt het aantal actieve bedrijven af, terwijl de resterende bedrijven steeds groter worden. Het aantal overnames neemt enorm toe, terwijl het aantal nieuwkomers dat gevestigde spelers uitdaagt, daalt.
* De winstmarges van grote bedrijven zijn significant hoger dan twintig jaar geleden, wat duidt op aanzienlijke marktmacht.
### 1.5 Gigantisme en innovatie
De relatie tussen gigantisme en innovatie is complex en wordt vaak verkeerd begrepen.
#### 1.5.1 Waar komt innovatie vandaan?
* Bedrijven zoals Apple en Microsoft zijn sterk afhankelijk van overheidsinvesteringen.
* Het idee dat durfkapitalisten de drijvende kracht zijn achter hightech-succes is een mythe. Onderzoek toont aan dat durfkapitalisten vaak pas investeren nadat de overheid al de meest risicovolle en kapitaalintensieve investeringen heeft gedaan.
* Grote technologische vooruitgang komt vaak voort uit publiek onderzoek, niet primair uit private bedrijven. Volgehouden publieke investering, en niet zozeer marktconcurrentie, creëert grote doorbraken en innovaties.
> **Tip:** "De ondernemende staat" speelt een cruciale rol in het mogelijk maken van fundamentele innovatie. Overheidsinvesteringen in risicovol onderzoek leggen vaak de basis voor latere commerciële successen.
> **Example:** Apple en Microsoft, nu geassocieerd met private innovatie, hebben aanzienlijke directe en indirecte steun ontvangen van de overheid, onder meer via investeringen in technologieën die de basis vormden voor hun producten.
#### 1.5.2 Afname van innovatie?
Er zijn aanwijzingen dat de focus van bedrijven verschuift van fundamenteel onderzoek naar commerciële toepassingen en incrementele verbeteringen.
* **Verschuiving in R&D:** Bedrijven investeren minder in fundamenteel onderzoek en meer in het ontwikkelen van nieuwe producten en het commercialiseren van bestaande kennis. Ze lijken de resultaten van wetenschap (patenten) te waarderen, maar niet de onderliggende wetenschappelijke capaciteiten.
* **Krimpend publiek onderzoek:** Dalende overheidsuitgaven aan publiek onderzoek kunnen leiden tot stagnatie in technologische ontwikkeling. Grote bedrijven doen weliswaar R&D, vaak gesteund door publieke middelen en belastingvoordelen, maar dit is zelden fundamenteel onderzoek.
#### 1.5.3 Voorbeeld: De farmaceutische industrie
* Een significant deel van de nieuwe medicijnen biedt geen toegevoegde therapeutische waarde, is zelfs slechter dan bestaande opties, of de meerwaarde is twijfelachtig. Slechts een klein percentage wordt als een verbetering beschouwd.
* De factuur voor onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen wordt voor een groot deel door de maatschappij betaald. Bedrijven investeren echter minder in onderzoek naar medicijnen met een lager commercieel potentieel, zoals antibiotica, terwijl daar een grote behoefte aan is.
> **Example:** De crisis in de antibiotica-ontwikkeling is een zorgwekkend voorbeeld. De kosten voor het ontwikkelen van nieuwe antibiotica zijn hoog, maar het commerciële potentieel is lager dan bij medicijnen voor chronische aandoeningen. Dit leidt ertoe dat farmaceutische bedrijven zich terugtrekken uit dit onderzoeksgebied, met potentieel ernstige gevolgen voor de volksgezondheid.
#### 1.5.4 Patenten als belemmering voor innovatie
* Patenten worden soms verworven om concurrenten tegen te houden of juridische procedures te starten, in plaats van om daadwerkelijk innovatie te stimuleren.
* De focus op het beschermen van bestaande kennis en markten kan de ontwikkeling van nieuwe, disruptieve technologieën belemmeren.
#### 1.5.5 Conclusie: Innovatie als sociaal proces
Fundamentele innovatie ontstaat vaak uit de publieke sector, die vervolgens spin-offs creëert. Dit leidt tot privatisering van winst en socialisering van kosten en risico's. De private sector is afhankelijk van de publieke sector; zonder publiek onderzoek zouden veel technologische bedrijven niet kunnen bestaan. Innovatie is fundamenteel een sociaal proces dat voortkomt uit langdurig, collaboratief onderzoek, mogelijk gemaakt door publieke investering, in plaats van primair uit individuen en marktwerking.
---
# De rol van de staat en publiek onderzoek bij innovatie
Dit onderwerp analyseert de oorsprong van innovatie en betoogt dat publiek onderzoek en overheidsinvesteringen cruciaal zijn voor technologische vooruitgang, in tegenstelling tot louter marktgedreven initiatieven.
### 3.1 Waar komt innovatie vandaan?
De gangbare opvatting dat technologische vooruitgang primair voortkomt uit marktgedreven initiatieven, met name uit de inspanningen van private durfkapitalisten, wordt genuanceerd. Onderzoek suggereert dat durfkapitalisten pas in risicovolle en kapitaalintensieve technologieën investeren nadat de overheid reeds aanzienlijke publieke middelen in het fundamentele onderzoek heeft geïnvesteerd.
Bedrijven zoals Apple en Microsoft, die vaak worden aangehaald als voorbeelden van succesvolle private innovatie, hebben aanzienlijke baat gehad bij directe en indirecte overheidssteun. Deze steun omvatte onder andere directe investeringen, toegang tot technologieën en de creatie van gunstig fiscaal en technologisch beleid. De overheid wordt hierdoor niet enkel gezien als een potentiële rem op de markt, maar juist als een drijvende kracht achter baanbrekende technologische ontwikkelingen.
#### 3.1.1 De rol van publiek onderzoek
De kern van veel grote technologische doorbraken van de afgelopen eeuw ligt niet zozeer in marktconcurrentie, maar in volgehouden publieke investeringen in onderzoek. Publiek onderzoek creëert de fundamentele kennis en technologieën die vervolgens door de private sector worden opgepikt en gecommercialiseerd.
> **Tip:** Denk kritisch na over de mythe van de volledig marktgedreven innovatie. Publieke investeringen vormen vaak de basis waarop private bedrijven voortbouwen.
### 3.2 De ondernemende staat
De term "ondernemende staat" benadrukt de proactieve en investerende rol van de overheid in het creëren van nieuwe technologieën en markten. Dit staat in contrast met een passieve rol, waarbij de staat enkel regulerend optreedt of infrastructuur levert. De overheid investeert in risicovol, langetermijnonderzoek dat de private sector vaak niet kan of wil dragen vanwege het gebrek aan directe commerciële vooruitzichten op korte termijn.
Deze investeringen leiden niet alleen tot wetenschappelijke doorbraken, maar creëren ook nieuwe markten en industrieën. Zonder deze initiële publieke investeringen zouden veel van de technologische innovaties die we vandaag als vanzelfsprekend beschouwen, niet hebben bestaan.
### 3.3 Afname innovatie?
Er zijn aanwijzingen dat de focus van private bedrijven verschuift van fundamenteel onderzoek naar incrementele verbeteringen en snelle marktintroductie van bestaande ideeën. Dit kan leiden tot een stagnatie in werkelijk baanbrekende innovatie.
#### 3.3.1 Voorbeeld: De farmaceutische industrie
De farmaceutische industrie illustreert deze problematiek. Een aanzienlijk deel van de nieuwe medicijnen die op de markt komen, biedt weinig tot geen toegevoegde therapeutische waarde. De maatschappij betaalt een groot deel van de onderzoekskosten, terwijl de farmaceutische bedrijven zich richten op producten met hoge commerciële potentie en relatief minder risico, zelfs als deze geen significant therapeutische doorbraak betekenen. Het onderzoek naar nieuwe antibiotica, een gebied met grote maatschappelijke behoefte, wordt bijvoorbeeld verwaarloosd omdat de commerciële return on investment lager is dan bij medicijnen voor chronische aandoeningen.
#### 3.3.2 Waar ontstaat innovatie in de praktijk?
Modern-day techbedrijven lijken meer gericht op commerciële toepassingen dan op fundamenteel onderzoek. Hoewel deze bedrijven patenten aanvragen die gebaseerd zijn op geavanceerd wetenschappelijk onderzoek, voeren ze dat onderzoek zelf in mindere mate uit. Ze lijken de "gouden eieren" van de wetenschap (patentable uitvindingen) te waarderen, maar niet de "gouden gans" zelf (de wetenschappelijke capaciteiten). Het grootste deel van hun R&D-budget gaat naar kleine, incrementele verbeteringen en het snel op de markt brengen van bestaande ideeën.
Fundamentele innovatie komt hierdoor voornamelijk uit de publieke sector, die vervolgens spin-offs kan creëren. Dit proces kenmerkt zich door privatisering van winsten en socialisering van kosten en risico's. De private sector is in essentie afhankelijk van het publieke onderzoek; zonder dit publieke onderzoek zouden veel technologische bedrijven niet kunnen bestaan. Innovatie wordt zo gezien als een sociaal proces, mogelijk gemaakt door langdurig, collaboratief onderzoek gefinancierd door publieke investeringen, en niet enkel als een product van individuen of marktwerking.
> **Tip:** Begrijp het verschil tussen fundamenteel onderzoek (creëert nieuwe kennis) en toegepast onderzoek/productontwikkeling (verbeteren of commercialiseren van bestaande kennis). Publieke sector excelleert vaak in het eerste, de private sector in het laatste.
#### 3.3.3 Voorbeeld: Antibiotica crisis
De teruglopende investeringen in onderzoek naar nieuwe antibiotica is een gevolg van de lagere commerciële aantrekkelijkheid in vergelijking met medicijnen voor chronische aandoeningen. Ondanks de groeiende dreiging van antibioticaresistentie, een potentieel dodelijke wereldwijde crisis, schrikken farmaceutische bedrijven terug voor de ontwikkeling van nieuwe antibiotica vanwege de beperkte winstmogelijkheden.
#### 3.3.4 Voorbeeld: Patenten belemmeren innovatie
Patenten, bedoeld om innovatie te stimuleren door exclusieve rechten te verlenen, kunnen in de praktijk innovatie ook belemmeren. Patenten kunnen worden verkregen voor triviale of pseudo-uitvindingen, en worden vaak tactisch ingezet om concurrenten te blokkeren of juridische procedures te starten. Dit kan innovatie vertragen en de toegang tot nieuwe technologieën beperken, met name in hightech-sectoren.
#### 3.3.5 Afname innovatie: besluit
De dalende investeringen in publiek onderzoek in ontwikkelde landen kunnen leiden tot stagnatie in technologische ontwikkeling. Hoewel grote bedrijven het grootste deel van de R&D-uitgaven doen, is deze vaak ondersteund door overheidsgeld (via belastinggeld en -voordelen) en richt zich deze nauwelijks op fundamenteel onderzoek. In plaats daarvan wordt gefocust op incrementele verbeteringen en vermarkting, wat ten koste kan gaan van werkelijk baanbrekende innovatie.
---
# Gevolgen van gigantisme voor innovatie en concurrentie
Dit deel behandelt de negatieve effecten van economisch gigantisme op de concurrentie, met specifieke aandacht voor de impact op prijzen, lonen en productinnovatie, geïllustreerd door sectoren zoals de farmaceutische industrie en het patentwezen.
### 3.1 De impact van gigantisme op concurrentie
Gigantisme, waarbij markten steeds meer gedomineerd worden door een handvol zeer grote bedrijven (oligopolie), leidt tot een significante vermindering van concurrentie. Dit resulteert in een versterkte machtspositie voor deze bedrijven, waardoor zij hogere winstmarges kunnen realiseren. De economische logica van schaalvoordelen ($economies\;of\;scale$) wordt toegepast op steeds meer sectoren, wat leidt tot fusies en de vorming van gigantische entiteiten, zoals te zien is in het onderwijs en de gezondheidszorg.
#### 3.1.1 Concentratie van macht en economische gevolgen
* **Marktmacht en winstmarges:** De toegenomen concentratie van bedrijven leidt tot marktmacht, wat betekent dat bedrijven hun kostenvoordeel niet doorgeven aan de consument. Dit resulteert in hogere prijzen en aanzienlijk hogere winstmarges in vergelijking met twintig jaar geleden.
* **Daling van arbeidsaandeel:** Een groter deel van de toegevoegde waarde komt terecht bij bedrijven en aandeelhouders, terwijl het aandeel van arbeid daalt.
* **Impact op banen en lonen:** Bij perfecte concurrentie zou een kostendaling leiden tot lagere prijzen, hogere productie en meer aanwerving. Een monopolist daarentegen verhoogt de prijzen en produceert minder, wat leidt tot minder banen en lagere lonen door de verminderde vraag naar arbeid. De koopkracht daalt hierdoor ook.
* **Afhankelijkheid en invloed:** Overheden en lokale economieën worden afhankelijker van grote spelers. Deze giganten oefenen aanzienlijke invloed uit op politiek en maatschappij, onder andere via lobbyisme.
> **Tip:** Begrijp de dynamiek tussen marktmacht, winstmarges en de gevolgen voor consumenten en werknemers bij toenemende marktconcentratie.
#### 3.1.2 Verstrengeling met de overheid
Grote bedrijven krijgen vaak de meeste overheidscontracten en subsidies. De regelgeving is complex en wordt vaak opgesteld ten gunste van grote spelers. Het principe van 'too big to fail' zorgt ervoor dat deze bedrijven sneller worden gered bij problemen, terwijl anti-trust en antikartelwetten worden uitgehold. Dit fenomeen, waarbij private belangen publiek beleid manipuleren, wordt ook wel cronyisme genoemd. De draaideur tussen politiek en grote bedrijven versterkt deze verstrengeling.
### 3.2 Gigantisme en innovatie
#### 3.2.1 De rol van de 'ondernemende staat' in innovatie
Het idee dat innovatie primair voortkomt uit private durfkapitalisten of marktconcurrentie is een mythe. Historisch onderzoek toont aan dat grote technologische doorbraken vaak het resultaat zijn van publiek onderzoek en volgehouden overheidsinvesteringen. De overheid investeerde in de meest risicovolle en kapitaalintensieve technologieën, waarna private durfkapitalisten instapten. Voorbeelden zoals Apple en Microsoft, die zwaar leunden op overheidssteun, illustreren dit.
> **Tip:** Wees kritisch op de narratieven rond private innovatie en erken de fundamentele rol van publieke investeringen in baanbrekend onderzoek.
#### 3.2.2 Afname van fundamenteel onderzoek door bedrijven
Hoewel bedrijven nog steeds R&D-budgetten hebben, verschuift de focus van fundamenteel onderzoek naar incrementele verbeteringen en snelle vermarkting. Bedrijven lijken meer geïnteresseerd in de 'gouden eieren' van wetenschap (zoals patenten) dan in de 'gouden gans' zelf (de wetenschappelijke capaciteiten). Dit komt mede door dalende overheidsuitgaven in publiek onderzoek, wat leidt tot stagnatie in technologische ontwikkeling.
#### 3.2.3 De farmaceutische industrie als voorbeeld
In de farmaceutische industrie blijkt een aanzienlijk deel van de medicijnen geen of beperkte therapeutische meerwaarde te bieden, en sommige zijn zelfs slechter dan bestaande opties. De kosten voor onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen worden voor een groot deel door de maatschappij gedragen, terwijl farmaceutische bedrijven hierdoor toch aanzienlijke winsten maken. Echter, de investering in onderzoek naar bepaalde medicijnen, zoals antibiotica, neemt af omdat de commerciële potentie lager is, ondanks de groeiende bedreiging van antibioticaresistentie.
#### 3.2.4 Patenten als belemmering voor innovatie
Patenten, die twintig jaar geldig zijn, worden soms tactisch verworven om concurrenten tegen te houden in plaats van om werkelijk nieuwe uitvindingen te beschermen. Dit geldt met name in hightech-sectoren, waar patenten een middel kunnen zijn om innovatie door anderen te belemmeren. Dit belemmert de natuurlijke gang van innovatie, die gebaat is bij samenwerking en het delen van kennis.
> **Example:** De antibiotica crisis is een duidelijk voorbeeld waarbij het gebrek aan investeringen in fundamenteel onderzoek door farmaceutische bedrijven, gedreven door lagere winstverwachtingen, leidt tot een groeiende bedreiging voor de volksgezondheid.
#### 3.2.5 Conclusie over innovatie
Fundamentele innovatie ontstaat voornamelijk uit de publieke sector, die vervolgens spin-offs creëert. De privésector profiteert van publiek onderzoek; zonder dit zou er geen technologische basis zijn voor veel bedrijven. Innovatie wordt gezien als een sociaal proces, voortkomend uit langdurig, collaboratief onderzoek mogelijk gemaakt door publieke investering, in plaats van louter marktwerking.
> **Tip:** Onthoud dat de privésector vaak bouwt op de fundamenten gelegd door de publieke sector, wat een kritische blik op de rol van bedrijven in R&D vereist.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Gigantisme | In medische zin verwijst het naar abnormale lichamelijke groei door overproductie van groeihormoon. In economische zin beschrijft het de trend waarbij bedrijven extreem groot worden en de economie gaan domineren, wat soms als ongezond wordt beschouwd. |
| Huisstijl | De visuele en communicatieve identiteit van een merk of organisatie, die alle uitingen omvat, zoals logo's, kleuren, typografie en de algemene toon van de communicatie. |
| Beurskapitalisatie | De totale marktwaarde van alle uitstaande aandelen van een beursgenoteerd bedrijf, berekend door de huidige aandelenkoers te vermenigvuldigen met het aantal uitstaande aandelen. |
| Economies of scale | Het fenomeen waarbij de productiekosten per eenheid dalen naarmate de productiehoeveelheid toeneemt, wat leidt tot efficiëntie en winstgevendheid voor grotere bedrijven. |
| Oligopolie | Een marktvorm waarbij slechts enkele grote aanbieders (bedrijven) de markt domineren, wat resulteert in beperkte concurrentie en potentieel hogere prijzen voor consumenten. |
| Machtsconcentratie | De situatie waarin een kleine groep individuen of organisaties een disproportioneel grote hoeveelheid controle en invloed uitoefent binnen een economisch, politiek of sociaal systeem. |
| Lobbyisten | Personen die namens specifieke belangengroepen (zoals bedrijven of organisaties) proberen invloed uit te oefenen op besluitvormers binnen de overheid, zoals politici en ambtenaren. |
| Cronisme | Het fenomeen waarbij privébelangen worden gemanipuleerd om publiek beleid te beïnvloeden, vaak door middel van persoonlijke relaties en gunsten tussen bedrijfsleiders en overheidsfunctionarissen. |
| Too big to fail | Het concept dat bepaalde grote financiële instellingen of bedrijven zo essentieel zijn voor de economie dat de overheid gedwongen is hen te redden bij financiële problemen om een bredere economische ineenstorting te voorkomen. |
| Antitrustwetten | Wetgeving die is ontworpen om concurrentie te bevorderen door monopolies, kartels en andere concurrentiebeperkende praktijken te verbieden en te reguleren. |
| Perfecte concurrentie | Een theoretische marktvorm met veel kopers en verkopers, homogene producten, perfecte informatie en vrije toe- en uittreding, waarbij geen enkele partij prijsopdrijvend of prijsdrukkend vermogen heeft. |
| Marktmacht | Het vermogen van een bedrijf om de prijs van een product of dienst te beïnvloeden, vaak door een gebrek aan concurrentie of door productdifferentiatie. |
| Durfkapitalisten | Investeerders die kapitaal verschaffen aan startende of snelgroeiende bedrijven met een hoog risicoprofiel, in ruil voor aandelenbezit en een potentieel hoog rendement. |
| Ondernemende staat | Een concept dat stelt dat de overheid een actieve en cruciale rol speelt in het stimuleren van economische groei en technologische innovatie, niet alleen door middelen te verschaffen, maar ook door risico te nemen en de weg vrij te maken voor nieuwe technologieën. |
| Fundamenteel onderzoek | Wetenschappelijk onderzoek dat gericht is op het verkrijgen van nieuwe kennis en begrip van basisprincipes, zonder direct een commercieel of praktisch doel voor ogen te hebben. |
| Incrementele verbetering | Kleine, geleidelijke aanpassingen of verbeteringen aan bestaande producten, processen of diensten, in tegenstelling tot radicale innovaties die fundamenteel nieuw zijn. |
| Privatisering | Het overdragen van eigendom of beheer van publieke diensten of bedrijven naar de private sector. |
| Socialisering van kosten en risico's | Het proces waarbij de kosten en de risico's van een activiteit of onderneming worden gespreid over een grotere groep mensen, vaak de maatschappij als geheel, terwijl de winsten privé blijven. |
| Patenten | Juridische rechten die een uitvinder exclusieve controle geven over de exploitatie van een uitvinding voor een bepaalde periode, wat concurrentie kan beperken maar ook innovatie kan stimuleren. |
| Therapeutische waarde | De mate waarin een medicijn effectief is in het behandelen van een ziekte of aandoening, en de toegevoegde waarde ervan ten opzichte van bestaande behandelingen. |
| Antibioticaresistentie | Het vermogen van bacteriën om zich aan te passen en ongevoelig te worden voor de effecten van antibiotica, wat infecties moeilijker te behandelen maakt. |