Cover
ابدأ الآن مجانًا College 6 Strategic orientation,31102025.pptx
Summary
# Definitie en typen van ondernemingen
Dit onderwerp verkent de fundamentele redenen voor het bestaan van organisaties en de verschillende klassieke benaderingen om organisaties te typeren, met inbegrip van hun maatschappelijke oriëntatie en de rol van strategische oriëntatie.
## 1.1 Waarom zijn organisaties nodig?
Organisaties zijn nodig omdat markttransacties tussen individuen niet altijd volstaan om economische activiteit efficiënt te laten verlopen. Verschillende theoretici hebben hier belangrijke inzichten over geboden:
* **Transactiekostenreductie:** Coase (1937) stelde dat organisaties ontstaan om transactiekosten te verminderen. Binnen een organisatie worden transacties via hiërarchie geregeld in plaats van via de markt, wat efficiënter kan zijn.
* **Omgaan met onzekerheid en opportunisme:** Williamson (1975–1985) benadrukte dat organisaties helpen om efficiënt om te gaan met onzekerheid en opportunisme. Door middel van interne structuren kunnen transacties beter worden beheerst dan wanneer ze volledig aan de externe markt zouden worden overgelaten.
* **Beperkte rationaliteit en gestructureerde besluitvorming:** Simon (1947–1991) wees op de beperkte rationaliteit van individuen. Organisaties bieden een kader voor gestructureerde besluitvorming, waardoor men beter kan omgaan met complexe informatie.
* **Coördinatie van collectieve actie:** March en Simon (1958) zagen organisaties als middel om collectieve actie te coördineren, wat essentieel is voor het bereiken van gemeenschappelijke doelen.
* **Samenwerking voor gemeenschappelijke doelen:** Barnard (1938) definieerde organisaties als systemen van bewuste coördinatie van twee of meer personen, gericht op het bereiken van gemeenschappelijke doelen.
* **Kenniscreatie en innovatie:** Grant, Kogut en Zander (1990s) identificeerden organisaties als een cruciale factor voor kenniscreatie en innovatie. Ze stellen dat organisaties een unieke rol spelen in het systematisch genereren, opslaan en verspreiden van kennis.
> **Tip:** Begrijpen waarom organisaties bestaan, is de basis voor het analyseren van hun gedrag en hun impact op de maatschappij. De verschillende theoretische invalshoeken belichten diverse aspecten van deze noodzaak.
## 1.2 De essentie van een bedrijf: klassieke benaderingen
De essentie van een bedrijf kan vanuit verschillende perspectieven worden benaderd. De klassieke benadering onderscheidt vier typen ondernemingen, elk met een specifieke maatschappelijke oriëntatie:
### 1.2.1 De neoklassieke onderneming
* **Definitie:** De neoklassieke onderneming wordt gezien als een entiteit die productiefactoren (arbeid, kapitaal, land) combineert om inputs (grondstoffen) om te zetten in outputs (producten).
* **Doel:** Het primaire doel is winstmaximalisatie.
* **Rol van management:** Managers zorgen ervoor dat productiefactoren efficiënt worden ingezet om de winst te maximaliseren.
* **Vergoeding productiefactoren:** De eigenaren van de productiefactoren ontvangen een vergoeding die bepaald wordt door marktmechanismen (loon voor arbeid, rente of dividend voor kapitaal, pacht voor land).
* **Maatschappelijk belang:** Het belang ligt primair bij economische efficiëntie en welvaartsgroei door productie.
### 1.2.2 De contractuele onderneming
Deze benadering focust op de rol van contracten in economische transacties.
* **Transactiekostentheorie:** (Basis Coase, Williamson) Elke economische transactie brengt kosten met zich mee (zoekkosten, contractkosten, controle- en nalevingskosten). Organisaties kunnen deze kosten beheersen door interne structuren te creëren.
* **Agency theorie:** (Jensen, Meckling) Economische transacties worden geanalyseerd als een relatie waarbij een Principaal (opdrachtgever) beslissingsbevoegdheid delegeert aan een Agent (uitvoerder). Er kunnen agencykosten ontstaan door informatie-asymmetrie en conflicterende belangen.
> **Voorbeeld:** De agency theorie kan worden geïllustreerd met het concept van studenten die vrienden vragen om frietjes te halen. De student die de opdracht geeft (Principaal) delegeert de taak aan de vrienden (Agenten). De Principaal kan echter niet volledig controleren of de Agenten de opdracht precies uitvoeren zoals bedoeld (bv. op de kosten letten), wat kan leiden tot extra kosten of ongewenste uitkomsten.
### 1.2.3 De ondernemende onderneming
* **Focus:** Deze theorie legt de nadruk op het proces van het identificeren, ontwikkelen en benutten van nieuwe ideeën, producten en diensten.
* **Onzekerheid:** In tegenstelling tot de neoklassieke benadering, die zich vaak richt op risico's met kenbare kansen, kenmerkt deze economie zich door (radicale) onzekerheid; de toekomst is grotendeels onvoorspelbaar.
* **Succesfactoren:** Succes wordt bekeken vanuit het resultaat van ondernemerschap en als bron van voortdurende innovatie.
### 1.2.4 De evolutionaire onderneming
* **Lange termijn ontwikkeling:** Dit is de enige van de vier theorieën die een verklaring biedt voor de ontwikkeling van ondernemingen op de lange termijn.
* **Succesvolle aanpassing:** De centrale vraag is welke eigenschappen van ondernemingen hen in staat stellen succesvol te blijven in een dynamische en veranderende context.
* **Leren en specialisatie:** De aard van het bedrijf is proberen en leren. Ondernemingen bouwen voort op hun specifieke vaardigheden en mogelijkheden om nieuwe wegen in te slaan.
> **Oefening:** Vergelijk de evolutionaire organisatie met de ondernemende organisatie. Benoem twee belangrijke verschillen in hun focus of aanpak.
## 1.3 Europa en maatschappelijk gedreven ondernemingen
De klassieke organisatiebenaderingen hebben vaak een materiële kijk op welvaart en missen aandacht voor bredere welvaartsconcepten. Als reactie hierop zoekt Europa naar nieuwe organisatietypen die meer gericht zijn op maatschappelijke belangen.
### 1.3.1 Aanleiding vanuit de Europese Commissie
De Europese Commissie stelt dat de interne markt behoefte heeft aan nieuwe, inclusieve groei, gericht op werkgelegenheid en die beter aansluit bij de wens van Europeanen om werk, consumptie, sparen en investeren af te stemmen op ethische en sociale principes.
### 1.3.2 Definitie van een sociale onderneming (Europese Commissie)
Een sociale onderneming wordt gedefinieerd door de volgende kenmerken:
* **Primair sociaal doel:** Het hoofddoel is het realiseren van een sociale impact, niet het genereren van winst voor eigenaren of aandeelhouders.
* **Marktgericht en innovatief:** Goederen en diensten worden op de markt aangeboden op een ondernemende en innovatieve manier.
* **Winstherinvestering:** Winsten worden voornamelijk geïnvesteerd om sociale doelstellingen te bereiken.
* **Open en verantwoordelijk bestuur:** De onderneming wordt open en verantwoordelijk beheerd, met specifieke aandacht voor de betrokkenheid van werknemers, consumenten en stakeholders.
* **Hoge mate van sociale innovatie:** De onderneming kenmerkt zich door een aanzienlijke mate van sociale innovatie.
* **Governance en strategische oriëntatie:** De bestuurlijke structuur en strategische richting zijn gebaseerd op de sociale missie en komen tot stand door democratische of participatieve principes met een rechtvaardige vertegenwoordiging van relevante stakeholders.
### 1.3.3 Initiatieven ter ondersteuning
Er is een diversiteit aan initiatieven op individueel landniveau en op Europees niveau om sociale ondernemingen te ondersteunen:
* **Individuele landen/lidstaten:**
* **België:** Coöperatieve vennootschappen kunnen erkenning aanvragen als "sociale onderneming".
* **Nederland:** Hoewel er geen nieuwe wet is, wordt er gewerkt aan betere herkenning van sociale ondernemingen (bijvoorbeeld met de BVm).
* **Verenigd Koninkrijk:** De "Social Value Act" speelt hierin een rol.
* **Centraal gecoördineerde activiteiten:** Europese economische samenwerkingsverbanden en de Europese vennootschap kunnen ook ruimte bieden aan maatschappelijk gedreven initiatieven.
> **Tip:** Hoewel er een specifieke definitie is voor sociale ondernemingen, bieden klassieke governancevormen ook ruimte voor maatschappelijk gedrevenheid. Het is belangrijk om de nuances te herkennen.
## 1.4 Klassieke governance en maatschappelijke gedrevenheid
Ook binnen traditionele governancekaders kan maatschappelijke gedrevenheid een rol spelen.
* **Scandinavische corporate governance principes:** Deze principes benadrukken onder andere:
* Het belonen van lange-termijn aandeelhouders voor hun loyaliteit.
* Het potentieel om het CEO-schap te verdelen tussen twee executives.
* De bescherming van minderheidsaandeelhouders.
Deze benaderingen kunnen bijdragen aan een meer duurzame en maatschappelijk verantwoorde bedrijfsvoering.
## 1.5 Strategische oriëntatie
Strategische oriëntatie is een cruciaal concept dat bepaalt hoe een organisatie haar doelen nastreeft.
* **Definitie:** De strategische oriëntatie wordt omschreven als "De filosofie van het bedrijf over hoe zaken te doen om de bedrijfsdoelstellingen te bereiken". Het functioneert als een gedragskompas en uitvoeringsproces.
* **Verband met visie en missie:**
* **Visie:** De bestemming van het bedrijf.
* **Missie:** Het doel van het bedrijf.
* **Doelen:** Specifieke mijlpalen op weg naar de missie.
Strategische oriëntatie bepaalt het 'hoe', terwijl visie en missie het 'wat' en 'waarom' definiëren.
* **Componenten:** Een strategische oriëntatie omvat een set van waarden, normen en managementpraktijken die de richting van het gedrag van de organisatie bepalen.
* **Bedrijfsspecifiek concept:** Strategische oriëntatie is een bedrijfsspecifiek concept en niet generiek. Verschillende strategische oriëntaties zijn mogelijk.
### 1.5.1 Diverse strategische oriëntaties
In de literatuur worden diverse strategische oriëntaties onderscheiden, waaronder:
* **Market orientation:** Gericht op klantbehoeften en marktdynamiek.
* **Innovation orientation:** Gefocust op vernieuwing en het ontwikkelen van nieuwe producten of diensten.
* **Entrepreneurial orientation:** Gericht op proactiviteit, risicobereidheid en innovatief vermogen.
* **Technology orientation:** Nadruk op technologische ontwikkeling en toepassing.
* **Learning orientation:** Betreft het vermogen van de organisatie om te leren en kennis te vergaren.
Deze oriëntaties bepalen hoe een organisatie zich positioneert en reageert op haar interne en externe omgeving.
> **Voorbeeld:** De strategische oriëntatie van Tesla kan worden samengevat met hun visie om de meest boeiende autofabrikant van de 21e eeuw te zijn door de wereldwijde overgang naar elektrische voertuigen te stimuleren. Hun missie is het versnellen van deze transitie naar duurzame energie. Hun strategische oriëntatie is sterk gericht op innovatie en technologie.
### 1.5.2 Strategische oriëntatie van Belgische bedrijven (met een knipoog)
* **NMBS:** Vaak geassocieerd met bureaucratie en inefficiëntie.
* **Colruyt:** Bekend om zijn focus op efficiëntie.
### 1.5.3 Voorspellende waarde van strategische oriëntatie op duurzaamheidsresultaten
Onderzoek suggereert een positieve relatie tussen strategische oriëntatie en duurzaamheidsprestaties:
* **Stewardship oriëntatie:** Een sterke oriëntatie op 'stewardship' (verantwoordelijk beheer) heeft geleid tot verbeterde ESG (Environmental, Social, Governance) resultaten. Dit effect is sterker in een Rijnlands economisch model dan in een Angelsaksisch model.
* **Klantoriëntatie:** Organisaties met een sterke klantoriëntatie laten over het algemeen hogere niveaus van Corporate Sustainable Performance zien. Dit komt doordat ze zich meer richten op alle stakeholders in plaats van enkel op de belangrijkste klanten.
## 1.6 Invloed van de beurs en governance op duurzaamheid
De beurs biedt een efficiënte manier om kapitaal te vergaren voor groei en investeringen. Echter, beursnoteringen kunnen ook een rem zetten op verduurzaming.
* **Activistische aandeelhouders:** Veel multinationale ondernemingen, met name in Angelsaksische contexten, hebben te maken met activistische aandeelhouders die het management onder druk zetten als duurzaamheidsinitiatieven ten koste gaan van het directe rendement.
* **Aandeelhoudersinvloed:** Executive boards communiceren vaker met aandeelhouders dan met klanten of medewerkers, wat resulteert in een onevenredig grote invloed van aandeelhouders op de bedrijfsstrategie.
> **Tip:** De invloed van verschillende economische modellen (Rijnlands versus Angelsaksisch) en governancevormen (bv. focus op aandeelhouders versus bredere stakeholderbenadering) kan de mate waarin een bedrijf duurzaamheidsdoelen kan nastreven significant beïnvloeden. Additioneel onderzoek is nodig om dit patroon in verschillende industrieën te valideren.
---
# Europese perspectieven op maatschappelijk gedreven ondernemingen
Dit onderwerp verkent de Europese zoektocht naar nieuwe organisatietypen die gericht zijn op bredere welvaart en maatschappelijke impact, inclusief de definitie en kenmerken van een sociale onderneming vanuit Europees perspectief.
### 2.1 De noodzaak van nieuwe organisatietypen voor bredere welvaart
De bestaande economische theorieën, zoals de neoklassieke, contractuele, ondernemende en evolutionaire benadering, richten zich voornamelijk op materieel welzijn en winstmaximalisatie. Hoewel deze perspectieven waardevol zijn voor het begrijpen van de functie van organisaties binnen de markt, missen zij een adequate aandacht voor bredere maatschappelijke welvaart. De Europese Commissie constateert dat de interne markt behoefte heeft aan een nieuw soort groei: inclusieve groei die gericht is op werkgelegenheid voor iedereen en die tegemoetkomt aan de groeiende wens van Europeanen om hun werk, consumptie, spaargeld en investeringen beter af te stemmen op ethische en sociale principes. Dit vraagt om nieuwe organisatievormen die expliciet gericht zijn op het genereren van maatschappelijke impact.
### 2.2 De sociale onderneming vanuit Europees perspectief
Vanuit een Europees kader wordt een sociale onderneming gedefinieerd als een operator binnen de sociale economie, wiens hoofddoel het bewerkstelligen van een sociale impact is, in plaats van het genereren van winst voor de eigenaars of aandeelhouders. Deze ondernemingen opereren door goederen en diensten te leveren op de markt op een ondernemende en innovatieve manier, en gebruiken hun winsten primair om sociale doelstellingen te realiseren. Kenmerkend is dat zij worden beheerd op een open en verantwoorde wijze, waarbij met name werknemers, consumenten en belanghebbenden die door commerciële activiteiten worden beïnvloed, worden betrokken.
**Kenmerken van een sociale onderneming volgens de Europese Commissie:**
* Een onderneming waarvoor de sociale of maatschappelijke doelen leidend zijn voor de commerciële activiteiten.
* Een hoge mate van sociale innovatie.
* Winst wordt voornamelijk herinvesteerd in de onderneming om sociale en maatschappelijke doelen te realiseren.
* Governance of strategische oriëntatie is gebaseerd op de sociale missie.
* Totstandkoming door democratische of participerende principes vanuit een rechtvaardige vertegenwoordiging van relevante stakeholders.
#### 2.2.1 De uitdaging van een coherente Europese aanpak
Op dit moment bestaat er in Europa geen coherente ondersteuning voor maatschappelijke organisaties. Diverse initiatieven bestaan naast elkaar, zowel op nationaal niveau als op Europees niveau.
* **Individuele landen/lidstaten:**
* **België:** Coöperatieve vennootschappen kunnen de minister van Economie verzoeken om een erkenning als "sociale onderneming".
* **Nederland:** Hoewel er geen specifieke nieuwe wet is, is er wel erkenning voor sociale ondernemingen en wordt er gewerkt aan betere herkenning, bijvoorbeeld via een oprichting als "BVm" (Besloten Vennootschap met maatschappelijke finaliteit).
* **Verenigd Koninkrijk:** De "Social Value Act" reguleert de inkoop van publieke diensten om sociale waarde te maximaliseren.
* **Centraal gecoördineerde activiteiten:** Initiatieven zoals het Europese Economische Samenwerkingsverband en de Europese vennootschap bieden structuren die potentieel ruimte kunnen bieden aan maatschappelijk gedreven initiatieven, hoewel klassieke governance-vormen nog steeds dominant zijn.
### 2.3 Europese perspectieven op governance en strategische oriëntatie
Europese governance principes, met name de Scandinavische modellen, bieden ruimte aan maatschappelijk gedrevenheid door langetermijnaandeelhouders te belonen voor hun loyaliteit, het delen van leiderschap (bijvoorbeeld door het CEO-schap te verdelen) en de bescherming van minderheidsaandeelhouders.
#### 2.3.1 Het concept strategische oriëntatie
Strategische oriëntatie kan worden gedefinieerd als "de filosofie van het bedrijf over hoe zaken te doen om de bedrijfsdoelstellingen te bereiken". Het fungeert als een gedrags kompas en uitvoeringsproces, nauw verbonden met de visie (bestemming) en missie (doel) van een organisatie. Het bepaalt hoe een organisatie haar strategische intentie nastreeft.
Strategische oriëntatie omvat de set van waarden, normen en managementpraktijken die de strategische richting van een organisatie bepalen. Diverse strategische oriëntaties zijn mogelijk en dit concept is bedrijfsspecifiek, niet generiek. Bekende strategische oriëntaties in de literatuur zijn:
* Market orientation (klantgerichtheid)
* Innovation orientation (vernieuwingsgerichtheid)
* Entrepreneurial orientation (ondernemerschap)
* Technology orientation
* Learning orientation
Deze oriëntaties beïnvloeden hoe een organisatie zich positioneert en reageert op haar omgeving. Het voorbeeld van Tesla illustreert dit: hun visie is het creëren van de meest indrukwekkende autobedrijf door de wereldwijde transitie naar elektrische voertuigen te stimuleren, hun missie is het versnellen van deze transitie naar duurzame energie, en hun strategische oriëntatie is sterk innovatie- en technologiegericht.
#### 2.3.2 De voorspellende waarde van strategische oriëntatie op duurzaamheidsresultaten
Onderzoek suggereert dat een sterke oriëntatie op *stewardship* (verantwoord beheer en zorg voor de onderneming en haar omgeving) de ESG-resultaten (Environmental, Social, and Governance) van een organisatie kan verhogen. Dit effect is significant sterker in een Rijnlands economisch model dan in een Angelsaksisch economisch model. Organisaties met een sterke klantoriëntatie vertonen over het algemeen hogere niveaus van Corporate Sustainable Performance. Dit komt doordat bedrijven met een sterke klantoriëntatie zich meer richten op alle stakeholders, en niet enkel op de belangrijkste klanten.
#### 2.3.3 De invloed van de beurs op duurzaamheid
De beurs, hoewel een efficiënt middel voor kapitaalverwerving en groei, kan een rem zetten op duurzaamheid. Vooral in Angelsaksische governance-modellen hebben activistische aandeelhouders vaak de neiging om het management terug te fluiten wanneer duurzaamheidsmaatregelen het directe financiële rendement negatief beïnvloeden. Dit suggereert dat Amerikaanse invloed duurzaamheid kan afremmen. Executive boards praten doorgaans meer met aandeelhouders dan met klanten of medewerkers, wat resulteert in een onevenredige invloed van aandeelhouders op de strategie van een bedrijf. Additioneel onderzoek is nodig om te bepalen of dit patroon ook in andere industrieën waarneembaar is.
> **Tip:** Begrijp het verschil tussen de focus op winstmaximalisatie (typisch Angelsaksisch) en de bredere welvaartsfocus die meer past bij maatschappelijk gedreven ondernemingen (typisch Rijnlands/Scandinavisch).
> **Voorbeeld:** Een bedrijf dat duurzame energieoplossingen ontwikkelt (zoals Tesla) heeft waarschijnlijk een sterke innovatie- en technologieoriëntatie, gericht op een lange termijnvisie die verder gaat dan kwartaalresultaten. Dit contrasteert met een bedrijf dat puur gericht is op het minimaliseren van productiekosten op korte termijn.
---
# Strategische oriëntatie en de invloed daarvan op bedrijfsresultaten
Dit onderwerp analyseert het concept van strategische oriëntatie, de verschillende typen die er bestaan, en de voorspellende waarde ervan op duurzaamheidsresultaten, met bijzondere aandacht voor de invloed van economische modellen en beursnotering.
### 3.1 De essentie en doel van organisaties
Organisaties zijn essentieel omdat ze, vanuit verschillende theoretische perspectieven, de volgende functies vervullen:
* **Transactiekostenreductie:** Organisaties kunnen de kosten die gepaard gaan met markttransacties verminderen (Coase, Williamson). Deze transactiekosten omvatten zoekkosten, contractkosten en kosten voor het controleren van de naleving van contracten.
* **Efficiënt omgaan met onzekerheid en opportunisme:** Ze bieden een structuur om efficiënter om te gaan met onzekerheid en de mogelijke opportunistische neigingen van partijen (Williamson).
* **Gestructureerde besluitvorming:** Organisaties faciliteren besluitvorming in situaties van beperkte rationaliteit (Simon).
* **Coördinatie van collectieve actie:** Ze maken samenwerking mogelijk voor gemeenschappelijke doelen (Barnard, March & Simon).
* **Kenniscreatie en innovatie:** Organisaties zijn cruciale centra voor het creëren en verspreiden van kennis, wat leidt tot innovatie (Grant, Kogut & Zander).
* **Institutionele stabiliteit:** Organisaties fungeren als instituties die stabiliteit bieden (North).
### 3.2 Klassieke organisatiebenaderingen en maatschappelijk belang
Vanuit een klassieke benadering kunnen vier typen organisaties worden onderscheiden, met een verschillend maatschappelijk belang:
* **De neoklassieke onderneming:**
* Ziet de onderneming als een entiteit die productiefactoren (arbeid, kapitaal, land) combineert om inputs om te zetten in outputs.
* Het primaire doel is winstmaximalisatie.
* Eigenaren ontvangen vergoedingen gebaseerd op marktmechanismen (rente/dividend voor kapitaalverschaffers, loon voor arbeiders, pacht voor grondbezitters).
* **De contractuele onderneming:**
* Focus ligt op transacties die worden vastgelegd in contracten.
* Bekende theorieën binnen deze benadering zijn de transactiekostentheorie (Coase, Williamson) en de agencytheorie (Jensen, Meckling).
* **Agencytheorie:** Beschouwt economische transacties als het delegeren van beslissingsbevoegdheid van een principaal naar een agent, waarbij informatie-asymmetrie een rol kan spelen.
* **De ondernemende onderneming:**
* Richt zich op het identificeren, ontwikkelen en benutten van nieuwe ideeën, producten en diensten.
* Kenmerkt zich door onzekerheid in plaats van risico met een kenbare kansverdeling.
* Succes wordt bepaald door het resultaat van ondernemerschap en de bronnen daarvan.
* **De evolutionaire onderneming:**
* Biedt een verklaring voor de ontwikkeling van ondernemingen op de lange termijn.
* Centrale vraag is welke eigenschappen organisaties helpen succesvol te blijven in een dynamische context.
* Het bedrijf wordt gekenmerkt door vallen en opstaan, waarbij wordt voortgebouwd op specifieke vaardigheden en mogelijkheden om nieuwe paden in te slaan.
### 3.3 Europa en maatschappelijk gedreven ondernemingen
De Europese Unie streeft naar meer maatschappelijk gedreven ondernemingen die bijdragen aan brede welvaart, in plaats van enkel materiële welvaart.
* **Aanleiding vanuit de Europese Commissie:** De interne markt heeft behoefte aan nieuwe, inclusieve groei die gericht is op werkgelegenheid en beter aansluit bij ethische en sociale principes van burgers met betrekking tot werk, consumptie, sparen en investeren.
* **Definitie van een sociale onderneming (Europese Commissie):**
* Een operator in de sociale economie met als hoofddoel het realiseren van een sociale impact in plaats van winst voor eigenaren of aandeelhouders.
* Ondernemende en innovatieve aanpak bij het leveren van goederen en diensten op de markt, waarbij winsten primair worden geherinvesteerd om sociale doelstellingen te bereiken.
* Open en verantwoordelijk management, met betrokkenheid van werknemers, consumenten en belanghebbenden.
* Een onderneming waarbij sociale of maatschappelijke doelen leidend zijn voor commerciële activiteiten, met een hoge mate van sociale innovatie.
* Governance of strategische oriëntatie gebaseerd op de sociale missie, tot stand gekomen via democratische of participatieve principes met een rechtvaardige vertegenwoordiging van stakeholders.
Er is een gebrek aan coherente ondersteuning voor maatschappelijke organisaties in Europa, met diverse initiatieven die naast elkaar bestaan. Landen als België (erkenning als "sociale onderneming" voor coöperatieve vennootschappen), Nederland (verbeterde herkenbaarheid) en het VK (Social Value Act) proberen dit te adresseren, naast centraal gecoördineerde activiteiten zoals het Europees economisch samenwerkingsverband en de Europese vennootschap.
### 3.4 Strategische oriëntatie: concept en typen
Strategische oriëntatie kan worden gedefinieerd als "de filosofie van het bedrijf over hoe zaken te doen om de bedrijfsdoelstellingen te bereiken". Het functioneert als een gedrags kompas en uitvoeringsproces, dat voortbouwt op de visie (bestemming) en missie (doel) van het bedrijf.
* **Verband tussen visie, missie en strategische oriëntatie:** Visie en missie bepalen wat en waarom, terwijl strategische oriëntatie bepaalt hoe de strategische intentie wordt nagestreefd.
* **Definitie:** De set van waarden, normen en managementpraktijken die de strategische richting van het bedrijfsgedrag bepalen.
* **Bedrijfsspecifiek karakter:** Strategische oriëntatie is een bedrijfsspecifiek concept, geen generieke aanduiding.
* **Diverse concepten in de literatuur:**
* **Market orientation (klantgerichtheid):** Focus op het begrijpen en voldoen aan klantbehoeften.
* **Innovation orientation (vernieuwingsgerichtheid):** Nadruk op het ontwikkelen van nieuwe producten, diensten of processen.
* **Entrepreneurial orientation (ondernemerschap):** Gekenmerkt door proactieve, risico-nemende en innovatieve gedragingen.
* **Technology orientation (technologiegerichtheid):** Sterke focus op het verwerven, ontwikkelen en toepassen van technologie.
* **Learning orientation (leergierigheid):** De neiging van een organisatie om kennis te verwerven, te delen en te gebruiken om haar gedrag te veranderen.
Deze oriëntaties bepalen hoe een organisatie zich positioneert en reageert op haar interne en externe omgeving.
**Voorbeeld:** De strategische oriëntatie van Tesla kenmerkt zich door een sterke innovatie- en technologiegerichtheid, gericht op het versnellen van de transitie naar elektrische voertuigen en duurzame energie.
### 3.5 De voorspellende waarde van strategische oriëntatie op duurzaamheidsresultaten
Onderzoek toont aan dat strategische oriëntatie een significante invloed kan hebben op de duurzaamheidsresultaten van een organisatie.
* **Stewardship oriëntatie en ESG:** Een sterke oriëntatie op 'stewardship' (het zorgvuldig beheren van middelen en verantwoordelijkheid dragen voor toekomstige generaties) verhoogt de Environmental, Social, and Governance (ESG) resultaten van een organisatie.
* **Economische modellen:** Dit positieve effect van stewardship is significant sterker in een Rijnlands economisch model dan in een Angelsaksisch economisch model.
* **Klantoriëntatie en duurzaamheid:** Organisaties met een sterke klantoriëntatie laten over het algemeen hogere niveaus van Corporate Sustainable Performance zien. Dit komt doordat zij zich meer richten op alle stakeholders, en niet enkel op de belangrijkste klanten en aandeelhouders.
### 3.6 De invloed van beursnotering en economische modellen op duurzaamheid
De beurs speelt een complexe rol in de duurzaamheidsambities van bedrijven.
* **Kapitaalverschaffing versus duurzaamheid:** Hoewel de beurs een efficiënte manier is om kapitaal te verkrijgen voor groei, kan een beursnotering een rem zetten op verduurzaming.
* **Activistische aandeelhouders:** Veel beursgenoteerde multinationals worden geconfronteerd met activistische aandeelhouders, met name in Angelsaksische contexten. Deze aandeelhouders hebben de neiging het management te bekritiseren wanneer duurzaamheid ten koste gaat van rendement.
* **Angelsaksische invloed:** De Amerikaanse invloed op de beurs kan duurzaamheid afremmen. Executive boards communiceren vaker met aandeelhouders dan met klanten of werknemers, wat resulteert in een onevenredige invloed van aandeelhouders op de bedrijfsstrategie.
* **Rijnlands versus Angelsaksisch model:** Het effect van een stewardship organisatie model is lager in het Angelsaksische economische model vergeleken met het Rijnlandse model, wat duidt op culturele en structurele verschillen in de prioriteitstelling tussen aandeelhouderswaarde en bredere maatschappelijke belangen.
> **Tip:** Begrijpen hoe de governance structuur en de dominante economische model invloed uitoefenen op de strategische keuzes van een bedrijf is cruciaal voor het analyseren van de resultaten op het gebied van duurzaamheid.
> **Voorbeeld:** Een bedrijf dat opereert binnen een Rijnlands model en een sterke 'stewardship' oriëntatie heeft, zal waarschijnlijk betere ESG-prestaties neerzetten dan een vergelijkbaar bedrijf in een Angelsaksisch model, omdat het Rijnlandse model meer ruimte biedt voor stakeholderbelangen naast aandeelhoudersbelangen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Essentie van het bedrijf | De fundamentele aard en het kerndoel van een organisatie, die bepaalt wat haar uniek maakt en waarom ze bestaat, en die door de tijd heen kan evolueren. |
| Maatschappelijke oriëntatie | De mate waarin een organisatie rekening houdt met en zich richt op bredere maatschappelijke belangen en welzijn, naast haar economische doelen. |
| Neoklassieke onderneming | Een organisatietype dat productiefactoren combineert om input om te zetten in output met als primair doel winstmaximalisatie, waarbij managers de inzet van factoren bewaken en eigenaren vergoedingen ontvangen op basis van marktmechanismen. |
| Contractuele onderneming | Een organisatietheorie die stelt dat elke economische transactie gebonden is aan een contract, met aandacht voor transactiekosten zoals zoekkosten, contractkosten en nalevingskosten, en de relatie tussen principaal en agent. |
| Transactiekostentheorie | Een economische theorie die de kosten analyseert die gepaard gaan met het uitvoeren van economische transacties, zoals het zoeken naar informatie, het onderhandelen en opstellen van contracten, en het monitoren van naleving. |
| Agency theorie | Een theorie die de relatie tussen een opdrachtgever (principaal) en een uitvoerder (agent) analyseert, waarbij de agent namens de principaal beslissingen neemt en mogelijke conflicten van belangen, informatie-asymmetrie en opportunisme centraal staan. |
| Principaal | In de agency theorie, de partij die een deel van de beslissingsbevoegdheid delegeert aan een agent, bijvoorbeeld een aandeelhouder die een manager aanstelt. |
| Agent | In de agency theorie, de partij die namens een principaal beslissingen neemt of taken uitvoert, zoals een manager die namens aandeelhouders opereert. |
| Ondernemende onderneming | Een organisatietype dat zich focust op het identificeren, ontwikkelen en benutten van nieuwe ideeën, producten en diensten, waarbij onzekerheid een belangrijke rol speelt en succes wordt afgemeten aan het resultaat en de bron van ondernemerschap. |
| Evolutionaire onderneming | Een organisatietheorie die de ontwikkeling van ondernemingen op de lange termijn verklaart door te kijken naar de eigenschappen die hen succesvol houden in een dynamische context, waarbij proberen, leren en voortbouwen op specifieke vaardigheden centraal staan. |
| Sociale onderneming | Een organisatie in de sociale economie met als hoofddoel een sociale impact te genereren in plaats van winst te maken voor eigenaars of aandeelhouders, die opereert op een ondernemende en innovatieve manier en haar winsten primair herinvesteert om sociale doelstellingen te bereiken. |
| Europese Commissie | Het uitvoerend orgaan van de Europese Unie dat verantwoordelijk is voor het voorstellen van wetgeving, het uitvoeren van beslissingen en het bewaken van de naleving van de verdragen. |
| Governance | Het systeem van regels, praktijken en processen waarmee een organisatie wordt bestuurd en gecontroleerd, inclusief de verdeling van rechten en verantwoordelijkheden tussen verschillende partijen zoals het bestuur, het management en de aandeelhouders. |
| Scandinavische corporate governance | Een model van bedrijfsbestuur dat vaak gekenmerkt wordt door een langetermijnvisie, bescherming van minderheidsaandeelhouders, en soms een meer gecommitteerde rol voor werknemers en andere stakeholders. |
| Strategische oriëntatie | Het gedragskompas en het uitvoeringsproces van een bedrijf, bepaald door een set van waarden, normen en managementpraktijken, die de kenmerkende manier waarop een organisatie haar strategische intentie nastreeft vormgeven. |
| Market orientation | De strategische oriëntatie die gericht is op het begrijpen en voldoen aan de behoeften van de klant, waarbij marktinformatie systematisch wordt verzameld, verspreid en gebruikt voor het ontwikkelen van producten en diensten. |
| Innovation orientation | De strategische oriëntatie die gericht is op het voortdurend ontwikkelen van nieuwe producten, diensten, processen of bedrijfsmodellen, waarbij de organisatie een proactieve houding aanneemt ten opzichte van verandering en technologische vooruitgang. |
| Entrepreneurial orientation | De strategische oriëntatie die gekenmerkt wordt door proactieve houding, risicotolerantie en innovatief gedrag, gericht op het identificeren en benutten van nieuwe kansen, vaak geassocieerd met het starten en laten groeien van nieuwe ondernemingen. |
| Learning orientation | De strategische oriëntatie die de nadruk legt op het verwerven, delen en toepassen van kennis binnen de organisatie, met als doel continu te verbeteren en zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. |
| Stewardship | Een organisatiemodel dat de nadruk legt op het verantwoordelijk beheer van middelen en het langetermijnwelzijn van alle stakeholders, met een focus op ethisch gedrag en duurzame resultaten, vaak geassocieerd met een Rijnlands economisch model. |
| ESG Resultaten | Resultaten op het gebied van Milieuu (Environmental), Sociaal (Social) en Bestuur (Governance), die de duurzaamheidsprestaties van een organisatie meten. |
| Angelsaksisch economisch model | Een economisch model, typisch gevonden in landen als de VS en het VK, dat wordt gekenmerkt door vrije markten, een sterke nadruk op aandeelhouderswaarde, minder overheidsregulering en een korte tot middellange termijn focus. |
| Rijnlands economisch model | Een economisch model, typisch gevonden in continentaal Europa (zoals Duitsland en Nederland), dat gekenmerkt wordt door een grotere rol voor stakeholders naast aandeelhouders, langetermijnplanning, en een sterkere sociale bescherming en regulering. |
| Corporate sustainable performance | De mate waarin een organisatie presteert op het gebied van duurzaamheid, waarbij economische, sociale en milieu-impact worden meegenomen in de bedrijfsvoering en besluitvorming. |
| Activistische aandeelhouders | Aandeelhouders die actief betrokken zijn bij het management van het bedrijf waarin ze investeren, vaak met als doel veranderingen door te voeren die leiden tot een hogere aandelenkoers, zoals door druk uit te oefenen op het management voor betere financiële prestaties of duurzaamheidsinitiatieven. |