Cover
ابدأ الآن مجانًا FAO - kasstroomanalyse praktisch.pptx
Summary
# Berekenen van de kasstroom uit operaties
Dit onderwerp behandelt de berekening van de operationele kasstroom, inclusief de kasstroom na belastingen en de verandering in de nettobedrijfskapitaalbehoefte.
## 1. Berekenen van de kasstroom uit operaties
De analyse van kasstromen is cruciaal voor het begrijpen van de liquiditeitspositie van een onderneming. Dit omvat de berekening van de operationele kasstroom, kasstroom uit investeringen en kasstroom uit financiering.
### 1.1 Operationele kasstroom na belastingen
De operationele kasstroom na belastingen representeert het inkomen gegenereerd uit de kernactiviteiten van de onderneming, losgekoppeld van de financiële structuur. Deze berekening is gebaseerd op de resultatenrekening.
* **Formuleconcept:**
De operationele kasstroom na belastingen wordt berekend door bepaalde posten uit de resultatenrekening aan te passen. Specifieke codes uit de herwerkte resultatenrekening en diverse tabellen worden hiervoor gebruikt.
* **Voorbeeld van berekening (gebaseerd op codes):**
Stel, de operationele cashflow na belastingen wordt berekend als volgt:
`operationele cashflow na belastingen = (posten uit inkomsten - posten uit uitgaven) na belasting`
In een specifiek geval kan dit er als volgt uitzien:
`operationele cashflow na belastingen = 7929 + 2768 = 10697 dollars`
Dit betekent dat de onderneming een inkomen uit operaties na belastingen van 10697 dollars heeft gegenereerd.
### 1.2 Nettobedrijfskapitaalbehoefte (NBKB)
De nettobedrijfskapitaalbehoefte (NBKB) omvat de kortetermijnactiva die nodig zijn voor de dagelijkse bedrijfsvoering, verminderd met de kortetermijnschulden die spontaan uit de bedrijfsvoering voortvloeien.
* **Doel:**
De NBKB is belangrijk om de externe financieringsbehoefte van de operationele activiteiten te bepalen. Een toename in NBKB vereist externe financiering, terwijl een daling middelen vrijmaakt.
### 1.3 Verandering van de nettobedrijfskapitaalbehoefte
De verandering in de NBKB (vaak aangeduid met $\Delta$NBKB) gedurende een periode weerspiegelt de netto-investering in vlottende activa en de toename van spontane financiering.
* **Berekening:**
De verandering in NBKB wordt berekend als het verschil tussen de NBKB aan het einde van de periode (EB) en de NBKB aan het begin van de periode (BB).
`verandering NBKB = (EB - BB)`
Een negatieve verandering betekent een daling van de NBKB, wat duidt op een toename van spontane financiering of een afname van vlottende activa.
* **Voorbeeld van berekening:**
Stel, de NBKB aan het einde van het jaar is 33297 dollars en aan het begin van het jaar 29602 dollars.
`verandering NBKB = 33297 dollars - 29602 dollars = 3695 dollars`
Echter, de verandering wordt vaak uitgedrukt als de *investering* in de verandering. Als er aanvullende posten zijn:
`verandering van de nettobedrijfskapitaalbehoefte = -3695 dollars - 79 dollars + 10368 dollars = 6594 dollars`
In dit voorbeeld is de NBKB gedaald met 6594 dollars. Dit impliceert dat er netto is geïnvesteerd in vlottende activa (wat een negatieve kasstroom genereert) en dat de spontane financiering (bv. crediteuren) in ruimere mate is toegenomen, waardoor de netto NBKB is gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar.
### 1.4 Kasstroom uit operaties
De kasstroom uit operaties is de som van de operationele kasstroom na belastingen en de verandering in de nettobedrijfskapitaalbehoefte.
* **Formule:**
$$ \text{Kasstroom uit operaties} = \text{Operationele kasstroom na belastingen} + \text{Verandering NBKB} $$
* **Voorbeeld:**
Met de eerder berekende waarden:
`Kasstroom uit operaties = 10697 dollars + 6594 dollars = 17291 dollars`
Dit vertegenwoordigt de liquide middelen die het bedrijf heeft gegenereerd uit zijn operationele activiteiten gedurende het boekjaar.
### 1.5 Kasstroom uit investeringen
De kasstroom uit investeringen betreft de uitgaven en ontvangsten gerelateerd aan de verwerving en vervreemding van vaste activa.
* **Berekening:**
De initiële berekening focust vaak op de netto-verandering van de vaste activa. Om de werkelijke investering (bruto) te bepalen, moet rekening gehouden worden met afschrijvingen en eventuele meer- of minderwaarden bij verkoop.
`Kasstroom uit (des)investeringen = Initiële verandering vaste activa - Afschrijvingen - Minderwaarden + Meerwaarden`
Het verschil tussen de boekwaarde van verkochte activa en de opbrengst wordt weergegeven door meer- of minderwaarden.
* **Voorbeeld:**
Als de nettoverandering in materieel vast actief - (EB - BB) is, bijvoorbeeld - (18056 dollars - 20006 dollars) = 1950 dollars. Als er ook afschrijvingen van 4081 dollars zijn en andere correcties, dan:
`Kasstroom uit investeringen in materieel vast actief = 1950 dollars + 0 dollars - 4081 dollars = -2131 dollars`
De totale kasstroom uit investeringen, rekening houdend met alle vaste activa:
`Totale kasstroom uit investeringen = -5063 dollars`
Dit geeft aan dat er in totaal 5063 dollars is geïnvesteerd in vaste activa.
### 1.6 Kasstroom uit financiering
De kasstroom uit financiering omvat alle transacties die betrekking hebben op het eigen vermogen (EV) en het vreemd vermogen (VV).
#### 1.6.1 Kasstroom uit financiering met vreemd vermogen
Dit betreft de opnames en aflossingen van leningen, evenals rentebetalingen.
* **Componenten:**
Financiële kortlopende en langlopende schulden, financieringsvoorzieningen, en bankschulden vallen hieronder.
* **Voorbeeld:**
Een negatieve kasstroom van 9973 dollars kan voortkomen uit rentebetalingen (bv. 2768 dollars) en aflossingen op langlopende schulden (bv. 11047 dollars).
#### 1.6.2 Kasstroom uit financiering met eigen vermogen
Dit omvat kapitaalinbreng, winstuitkeringen en kapitaalsubsidies.
* **Componenten:**
Uit te keren winst, bijkomend eigen vermogen, voorschotten van vennoten, en kapitaalsubsidies.
* **Voorbeeld:**
Een negatieve kasstroom uit financiering met eigen vermogen van 1314 dollars kan bijvoorbeeld grotendeels worden veroorzaakt door dividenduitkeringen.
### 1.7 Samenvatting: De kasstromentabel (Tabel 9)
De kasstromentabel biedt een geconsolideerd overzicht van de kasstromen.
1. **Operationele kasstroom na belastingen:** Inkomsten uit operaties na belastingen, losgekoppeld van de financiering.
`Inkomen bedrijf = 10697 dollars`
2. **Verandering van de nettobedrijfskapitaalbehoefte:** Weerspiegelt veranderingen in werkkapitaal. Een daling (positieve kasstroom) wijst op meer spontane financiering.
`Verandering NBKB = 6594 dollars`
3. **Kasstroom van het bedrijf uit operaties:**
$$ \text{Kasstroom uit operaties} = \text{Operationele kasstroom na belastingen} + \text{Verandering NBKB} = 10697 \text{ dollars} + 6594 \text{ dollars} = 17291 \text{ dollars} $$
Dit is de kasstroom die gegenereerd wordt door de kernactiviteiten.
4. **(Des)investeringen in vaste activa:** Uitgaven voor nieuwe activa of opbrengsten uit verkoop van activa.
`Kasstroom uit investeringen = -5063 dollars`
De kasstroom die ter beschikking staat van de onderneming na investeringen:
`17291 dollars - 5063 dollars = 12228 dollars`
5. **Financiering met financieel vreemd vermogen:** Netto-uitgaven of -ontvangsten uit leningen en schulden.
`Kasstroom uit financieel vreemd vermogen = -9973 dollars`
Kasstroom ter beschikking van houders van eigen vermogen na investeringen en verplichtingen aan vreemd vermogen:
`12228 dollars - 9973 dollars = 2255 dollars`
6. **Financiering met extern eigen vermogen:** Netto-uitgaven of -ontvangsten uit het eigen vermogen (bv. dividend).
`Kasstroom uit extern eigen vermogen = -1314 dollars`
De resterende liquide middelen:
`2255 dollars - 1232 dollars = 1023 dollars`
Dit is de toename van liquide middelen gedurende het boekjaar.
* **Eindkas balans:**
$$ \text{Eindkas balans} = \text{Beginkas balans} + \text{Kasstroom uit operaties} - \text{Investeringen} - \text{Financiering} $$
$$ \text{Eindkas balans} = 712 \text{ dollars} + 1023 \text{ dollars} = 1735 \text{ dollars} $$
Dit komt overeen met de liquide middelen en geldbeleggingen op de eindbalans.
### 1.8 Belang van kasstroomanalyse
De kasstroomanalyse is essentieel voor het voorkomen van faillissement. Staking van betaling is vaak een symptoom, geen oorzaak.
* **"Knipperlichten" die kunnen wijzen op financiële problemen:**
* Negatieve kasstromen uit operaties of winst.
* Toename van financiële schulden.
* Sterke stijging van handelsschulden.
* Investeringen in materieel vast actief (MVA) bij negatieve kasstromen.
* Toename van de behoefte aan nieuw extern eigen vermogen, vaak als gevolg van een te lage kasstroom en dus te weinig zelffinancieringsmogelijkheden.
> **Tip:** Een negatieve kasstroom uit operaties is een fundamenteel probleem dat zelden gecompenseerd kan worden door financieringsactiviteiten op lange termijn. Het is cruciaal om de operationele efficiëntie en liquiditeitsbeheer te waarborgen.
---
# Kasstroomanalyse en investeringen
Dit deel richt zich op de berekening van de kasstroom uit investeringen in vaste activa en de interpretatie daarvan in de context van een 'going concern'.
### 2.1 Berekening van de operationele kasstroom
De operationele kasstroom is opgebouwd uit de operationele kasstroom na belastingen en de verandering in de netto bedrijfskapitaalbehoefte (NBKB).
#### 2.1.1 Operationele kasstroom na belastingen
De operationele kasstroom na belastingen wordt berekend op basis van de herwerkte resultatenrekening. Het vertegenwoordigt het inkomen uit operaties na belastingen, losgekoppeld van de financiële structuur van de onderneming.
De berekening omvat diverse posten uit de resultatenrekening, zoals de omzet, kosten, en belastingen. De som van deze posten na aanpassing voor bepaalde codes resulteert in de operationele kasstroom na belastingen.
* **Formuleconcept:** Operationele kasstroom na belastingen = Som van aangepaste resultatenrekeningposten.
> **Tip:** Let goed op de tekens (+/-) bij de verschillende posten, deze zijn cruciaal voor de correcte berekening.
#### 2.1.2 Nettobedrijfskapitaalbehoefte (NBKB)
De NBKB wordt afgeleid uit de herwerkte balans en tabel 2. Dit concept is gerelateerd aan de noodzaak van externe financiering voor de bedrijfsvoering.
#### 2.1.3 Verandering van de nettobedrijfskapitaalbehoefte (ΔNBKB)
De verandering in de NBKB (aangeduid als $\Delta$NBKB) wordt berekend op basis van de verschillen tussen de eindbalans (EB) en de beginbalans (BB) van de relevante balansposten, zoals weergegeven in tabel 4.2.
* **Formuleconcept:** $\Delta$NBKB = (EB - BB) van relevante balansposten.
* Een negatieve $\Delta$NBKB impliceert een investering in vlottende activa of een afname van spontane financiering.
* Een positieve $\Delta$NBKB duidt op een afname van vlottende activa of een toename van spontane financiering.
> **Voorbeeld:** Als de balanspost 'Voorraden' van 10.000 naar 12.000 stijgt, is er een investering van 2.000 euro in voorraden, wat leidt tot een toename van de NBKB.
#### 2.1.4 Kasstroom uit operaties
De kasstroom uit operaties is de som van de operationele kasstroom na belastingen en de verandering in de nettobedrijfskapitaalbehoefte.
* **Formule:** Kasstroom uit operaties = Operationele kasstroom na belastingen + $\Delta$NBKB
### 2.2 Kasstroom uit investeringen
Dit onderdeel analyseert de kasstromen gerelateerd aan investeringen in materiële en immateriële vaste activa.
#### 2.2.1 Investeringen in materieel vast actief
De kasstroom uit investeringen in materieel vast actief wordt berekend op basis van de herwerkte balans. De initiële berekening kan lijken op een desinvestering, maar moet gecorrigeerd worden voor afschrijvingen om de bruto investering weer te geven.
* **Formuleconcept:** Bruto investering in materieel vast actief = - (EB - BB) materieel vast actief + afschrijvingen materieel vast actief
#### 2.2.2 Som van alle vaste activa
Dit omvat de som van investeringen in alle categorieën van vaste activa, inclusief oprichtingskosten, immateriële vaste activa (IVA), materiële vaste activa (MVA), financiële vaste activa (FVA) en langlopende vorderingen. Eventuele correcties voor minderwaarden bij realisatie van vaste activa worden hier ook meegenomen.
* **Formuleconcept:** Kasstroom uit (des)investeringen in vaste activa = Som van veranderingen in alle vaste activaposten (gecorrigeerd voor minderwaarden).
> **Voorbeeld:** Als de waarde van de gebouwen daalt met 5.000 euro en er wordt 2.000 euro aan afschrijvingen geboekt, dan is de netto investering in gebouwen 3.000 euro. Als er echter nieuwe machines van 10.000 euro zijn aangekocht, dan is de totale investering aanzienlijk.
#### 2.2.3 Interpretatie voor 'going concern'
Wanneer er geïnvesteerd wordt in vaste activa gedurende het boekjaar, wordt dit binnen de context van een 'going concern' beschouwd als een continuering van de bedrijfsvoering. Deze investeringen worden idealiter gefinancierd met de kasstroom gegenereerd uit de operationele activiteiten.
### 2.3 Kasstroom uit financiering
De kasstroom uit financiering wordt opgesplitst in financiering met vreemd vermogen (VV) en eigen vermogen (EV).
#### 2.3.1 Kasstroom uit financiering met vreemd vermogen (VV)
Deze analyse kijkt naar veranderingen in balansrubrieken zoals financiële vaste schulden, financieringsvoorzieningen, en kortetermijnschulden aan banken.
* Een negatieve kasstroom uit financiering met VV kan veroorzaakt worden door rentebetalingen en aflossingen op langlopende schulden.
* Deze uitgaande kasstromen worden vaak gedekt door de kasstroom uit operaties.
#### 2.3.2 Kasstroom uit financiering met eigen vermogen (EV)
Hierbij wordt gekeken naar posten zoals uit te keren winst (dividenden), kapitaalsubsidies, en bijkomende inbreng van vennoten.
* Een negatieve kasstroom uit financiering met EV duidt doorgaans op winstuitkeringen aan aandeelhouders.
### 2.4 Tabel 9: Kasstromentabel (Samenvatting)
Tabel 9 biedt een samenvatting van de verschillende kasstromen.
* **Operationele CF na belastingen:** Geeft het inkomen uit operaties na belastingen weer.
* **Verandering van de nettobedrijfskapitaalbehoefte:** Toont de impact van veranderingen in het werkkapitaal op de kasstroom. Een daling van de NBKB betekent een positieve bijdrage aan de kasstroom uit operaties.
* **(Des)investeringen in vaste activa:** Reflecteert de uitgaven voor of opbrengsten uit de aan- of verkoop van vaste activa.
* **Kasstroom ter beschikking van de onderneming:** Dit is het saldo na aftrek van investeringen van de kasstroom uit operaties.
* **Financiering met financieel vreemd vermogen:** De netto kasstroom die verband houdt met schulden.
* **Kasstroom ter beschikking van de houders van het eigen vermogen:** Dit is het saldo na aftrek van de kasstromen uit vreemd vermogen van de kasstroom die ter beschikking is na investeringen.
* **Kasstroom uit eigen vermogen:** De netto kasstroom gerelateerd aan eigen vermogen mutaties (zoals dividenduitkeringen).
* **Eindkas balans:** De totale toename of afname van de liquide middelen en geldbeleggingen gedurende de periode.
* **Formule:** Eindkas balans = Beginkas balans + Kasstroom uit operaties – Kasstroom uit investeringen – Kasstroom uit financiering (VV + EV).
### 2.5 Belang kasstroomanalyse
De kasstroomanalyse is cruciaal omdat de directe aanleiding tot een faillissement vaak het staken van betalingen is, wat een liquiditeitsprobleem aangeeft. De kasstroomanalyse helpt bij het identificeren van "knipperlichten" die kunnen wijzen op financiële moeilijkheden.
**Signalen van financiële problemen:**
* **Negatieve Kasstroom (CF) of laag inkomen:** Ondanks een positief inkomen kan de cashflow negatief zijn, wat wijst op problemen met werkkapitaal of investeringen.
* **Stijging financiële schulden:** Een toename van schulden kan duiden op onvoldoende interne financieringsmogelijkheden.
* **Stijging handelsschulden:** Kan wijzen op betalingsproblemen met leveranciers.
* **Investeringen in materiële vaste activa (MVA) bij dalende CF:** Kan een risicofactor zijn als de kasstromen dit niet kunnen ondersteunen.
* **Externe stijging eigen vermogen:** Een noodzaak tot het aantrekken van nieuw extern eigen vermogen kan wijzen op een te lage interne zelf-financieringsmogelijkheid door een te lage cashflow.
> **Tip:** Vergelijk de kasstroom met het inkomen. Een structureel verschil tussen beide kan wijzen op niet-geldële posten die de winst beïnvloeden, of op problemen met het werkkapitaal.
---
# Kasstroom uit financiering
Deze sectie analyseert de kasstromen die voortkomen uit de financieringsactiviteiten van een onderneming, zowel vanuit vreemd vermogen als eigen vermogen, en behandelt specifiek rentebetalingen, aflossingen en winstuitkeringen.
### 3.1 Kasstroom uit operaties
De kasstroom uit operaties vertegenwoordigt de kas die een bedrijf genereert uit zijn kernactiviteiten.
#### 3.1.1 Operationele kasstroom na belastingen
Dit is het inkomen uit operaties na belastingen, losgekoppeld van de financiële structuur van de onderneming. De berekening omvat de som van de operationele winst na belastingen en de aanpassingen voor niet-kaskosten en -opbrengsten die in de winst zijn opgenomen, maar geen directe kasimpact hebben.
* De herwerkte resultatenrekening is cruciaal voor het identificeren van de relevante posten.
* Codes uit de resultatenrekening, zoals code 9 904 (operationele winst na belastingen), worden gebruikt.
* Aanpassingen voor items zoals afschrijvingen, minderwaarden op verkoop van vaste activa en andere niet-operationele resultaten worden toegepast om tot de operationele kasstroom na belastingen te komen.
De onderneming heeft een inkomen uit operaties na belastingen van 10697, wat de operationele kasstroom voor belastingen vertegenwoordigt.
#### 3.1.2 Verandering van de nettobedrijfskapitaalbehoefte (NBKB)
De nettobedrijfskapitaalbehoefte (NBKB) omvat de kortetermijnactiva (vlottende activa) minus de kortetermijnpassiva (kortlopende schulden, exclusief renteschulden). Een verandering in de NBKB heeft een directe impact op de kasstroom.
* Een toename van de NBKB betekent dat er meer geld vastzit in het werkkapitaal, wat leidt tot een negatieve kasstroom.
* Een afname van de NBKB betekent dat er geld vrijkomt uit het werkkapitaal, wat leidt tot een positieve kasstroom.
* De berekening van de verandering in NBKB gebeurt door het verschil tussen het einde en begin van de periode te nemen voor de relevante balansposten, zoals voorraden, vorderingen, leveranciers en andere kortlopende schulden.
In het voorbije jaar was er een investering in vlottende activa (negatieve verandering in NBKB van 3774), terwijl de spontane financiering (zoals toegenomen handelsschulden) met 10368 steeg. Dit resulteerde in een totale daling van de NBKB met 6594, wat een positieve kasstroom tot gevolg had.
#### 3.1.3 Kasstroom uit operaties
De totale kasstroom uit operaties wordt berekend door de operationele kasstroom na belastingen op te tellen bij de verandering in de nettobedrijfskapitaalbehoefte.
$$ \text{Kasstroom uit operaties} = \text{Operationele CF na belastingen} + \Delta \text{NBKB} $$
In dit geval is de kasstroom uit operaties 17291 (10697 + 6594). Dit vertegenwoordigt de totale kas die het bedrijf uit zijn operationele activiteiten heeft gegenereerd.
> **Tip:** De kasstroom uit operaties is een belangrijke indicator van de financiële gezondheid van een bedrijf, omdat het aangeeft hoeveel kas er beschikbaar is om schulden af te betalen, investeringen te doen en winsten uit te keren.
### 3.2 Kasstroom uit investeringen
Deze sectie richt zich op de kasstromen gerelateerd aan investeringen in activa, met name materiële vaste activa.
* De berekening omvat de verandering in de boekwaarde van materiële vaste activa, gecorrigeerd voor afschrijvingen en eventuele minderwaarden bij realisatie.
* De formule die hierbij gebruikt wordt, is:
$$ \text{Kasstroom uit (des)investeringen in vaste activa} = -\Delta \text{Boekwaarde Vaste Activa} - \text{Afschrijvingen} - \text{Minderwaarden op realisatie} $$
of vereenvoudigd, waarbij de afschrijvingen worden opgeteld om van netto naar bruto investeringen te gaan:
$$ \text{Netto investeringen (bruto)} = - (\text{Eindwaarde} - \text{Beginwaarde}) + \text{Afschrijvingen} $$
* Als de uitkomst negatief is, betekent dit dat er geïnvesteerd is in vaste activa. Als de uitkomst positief is, is er gedesinvesteerd (vaste activa verkocht).
Er is 5063 geïnvesteerd in vaste activa, wat een negatieve kasstroom uit investeringen betekent. Deze investeringen worden gefinancierd met de kasstroom uit operaties.
### 3.3 Kasstroom uit financiering
Dit onderdeel analyseert de kasstromen die voortkomen uit transacties met verschaffers van vreemd en eigen vermogen.
#### 3.3.1 Kasstroom uit financiering met vreemd vermogen (VV)
Dit omvat alle kasbewegingen gerelateerd aan schulden, zoals leningen, obligaties en kredieten.
* Belangrijke posten zijn rentebetalingen, aflossingen op langlopende schulden (VVLT) en kortlopende schulden (VVKT), en eventuele nieuwe leningen.
* De berekening omvat de saldering van alle veranderingen in vreemd vermogen die een kasimpact hebben.
Er was een negatieve kasstroom uit financiering met vreemd vermogen van 9973, voornamelijk door rentebetalingen (2768) en aflossingen op langlopende schulden (11047).
#### 3.3.2 Kasstroom uit financiering met eigen vermogen (EV)
Dit deel behandelt kasstromen gerelateerd aan de financiers van het eigen vermogen, zoals aandeelhouders.
* Dit omvat winstuitkeringen (dividenden), bijkomende kapitaalinjecties, en terugbetalingen van kapitaal.
* De berekening saldeert de relevante veranderingen in het eigen vermogen die een kasimpact hebben.
Er was een negatieve kasstroom uit financiering met eigen vermogen van 1232, hoofdzakelijk door winstuitkering (1314).
### 3.4 Totale kasstroom en eindkaspositie
De totale kasstroom gedurende de periode is de som van de kasstromen uit operaties, investeringen en financiering.
$$ \text{Totale Kasstroom} = \text{Kasstroom uit operaties} + \text{Kasstroom uit investeringen} + \text{Kasstroom uit financiering met VV} + \text{Kasstroom uit financiering met EV} $$
De eindkaspositie is de begin-kaspositie plus de totale kasstroom.
* Kasstroom uit operaties: 17291
* Kasstroom uit investeringen: -5063
* Kasstroom uit financiering met VV: -9973
* Kasstroom uit financiering met EV: -1232
De totale kasstroom is 1023 (17291 - 5063 - 9973 - 1232). Dit betekent dat de liquide middelen van het bedrijf gedurende het jaar met 1023 zijn toegenomen.
De eindkasbalans is 1735 (beginkas van 712 + totale kasstroom van 1023). Dit bedrag wordt teruggevonden in de balans onder liquide middelen en geldbeleggingen.
### 3.5 Belang van kasstroomanalyse
De kasstroomanalyse is cruciaal omdat de onmiddellijke oorzaak van een faillissement vaak staking van betaling is, wat direct gerelateerd is aan een tekort aan liquide middelen.
> **Tip:** Het verschil tussen winst en kasstroom is essentieel. Een winstgevend bedrijf kan toch failliet gaan als het onvoldoende liquide middelen heeft om aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen.
#### 3.5.1 Indicatoren van financiële problemen
Bij bedrijven die in de toekomst failliet gingen, werden specifieke 'knipperlichten' waargenomen:
* Negatieve kasstroom uit operaties (CF) of een te laag inkomen.
* Een significante stijging van de financiële schulden, wat kan duiden op te weinig spontane financiering of een onvermogen om de schulden te dragen door een laag inkomen.
* Een grote stijging van de handelsschulden, wat wijst op een potentieel probleem in de financiering van de operationele activiteiten.
* Minder investeringen in materiële vaste activa, wat kan duiden op een gebrek aan investeringscapaciteit.
* Een grotere nood aan nieuw extern eigen vermogen, wat het gevolg kan zijn van een onvoldoende interne financieringsmogelijkheid door een te lage kasstroom.
---
# Samenvatting van de kasstromentabel
Dit hoofdstuk behandelt de synthese van alle kasstromen in de kasstromentabel, inclusief de eindkasbalans en de liquiditeitsanalyse.
### 4.1 Berekenen van de kasstroom uit operaties
De kasstroom uit operaties wordt berekend door eerst de operationele kasstroom na belastingen te bepalen en vervolgens de verandering in de nettobedrijfskapitaalbehoefte hierbij op te tellen.
#### 4.1.1 Operationele kasstroom na belastingen
De operationele kasstroom na belastingen vertegenwoordigt het inkomen uit operaties van de onderneming, losgekoppeld van de financiële structuur. Deze wordt berekend op basis van een herwerkte resultatenrekening en specifieke codes uit de tabellen.
De berekening omvat onder andere:
* Nettoresultaat (code 9904)
* Oprichtingskosten (code 630)
* Afschrijvingen op oprichtingskosten (code 6501)
* Diverse operationele opbrengsten en kosten (codes zoals 631/4, 651, 760, 761, 660, 661, 780, 7)
* Meerwaarden/Minderwaarden op de realisatie van vaste activa (codes 6630 en 6631)
* Diverse resultaten op de verkoop van activa (code -9125)
De operationele kasstroom na belastingen wordt vervolgens verkregen door de som van deze elementen te nemen met correcties voor de winst uit de verkoop van activa en afschrijvingen.
> **Tip:** Let goed op de tekens (+/-) bij de verschillende posten, deze zijn cruciaal voor de uiteindelijke berekening van de kasstroom.
#### 4.1.2 Nettobedrijfskapitaalbehoefte (NBKB)
De nettobedrijfskapitaalbehoefte wordt berekend met behulp van codes uit de herwerkte balans en tabel 2, en geeft de nood aan externe financiering weer.
#### 4.1.3 Verandering van de nettobedrijfskapitaalbehoefte
De verandering in de nettobedrijfskapitaalbehoefte ($\Delta$NBKB) wordt berekend als het verschil tussen de eind- en beginwaarde van de NBKB.
$$ \Delta NBKB = NBKB_{eind} - NBKB_{begin} $$
Hierbij wordt rekening gehouden met:
* Veranderingen in vlottende activa.
* Veranderingen in spontane financiering (zoals handelsschulden en diverse schulden).
Een negatieve verandering duidt op een investering in vlottende activa, terwijl een positieve verandering duidt op een toename van spontane financiering.
#### 4.1.4 Kasstroom uit operaties
De uiteindelijke kasstroom uit operaties is de som van de operationele kasstroom na belastingen en de verandering van de nettobedrijfskapitaalbehoefte.
$$ Kasstroom_{operaties} = Operationele CF_{na belastingen} + \Delta NBKB $$
Dit cijfer vertegenwoordigt het inkomen (kasstroom) dat het bedrijf heeft gegenereerd uit zijn operationele activiteiten gedurende het boekjaar.
### 4.2 Kasstroom uit investeringen
De kasstroom uit investeringen heeft betrekking op materiële, immateriële en financiële vaste activa.
#### 4.2.1 Berekening voor materiële vaste activa
De berekening start met het verschil tussen de eind- en beginwaarde van materiële vaste activa, vermenigvuldigd met -1.
$$ Brutoinvestering_{MVA} = - (MVA_{eind} - MVA_{begin}) $$
Vervolgens worden afschrijvingen en eventuele minderwaarden op de verkoop van vaste activa in mindering gebracht om de bruto investering te bekomen.
$$ Nettoinvestering_{MVA} = Brutoinvestering_{MVA} - Afschrijvingen - Minderwaarden $$
De totale kasstroom uit investeringen in vaste activa is de som van de investeringen in alle categorieën van vaste activa (materieel, immaterieel, financiële activa, vorderingen meer dan 1 jaar, etc.), gecorrigeerd voor eventuele minderwaarden bij realisatie.
> **Tip:** Een negatieve kasstroom uit investeringen betekent dat er netto geïnvesteerd is in vaste activa.
De kasstroom uit investeringen wordt typisch gefinancierd met de kasstroom uit operaties.
### 4.3 Kasstroom uit financiering
De kasstroom uit financiering wordt opgesplitst in financiering met vreemd vermogen en financiering met eigen vermogen.
#### 4.3.1 Kasstroom uit financiering met vreemd vermogen
Deze categorie omvat veranderingen in alle posten van het vreemd vermogen, zoals:
* Langlopende schulden (VVLT).
* Voorzieningen.
* Financiering op meer dan 1 jaar.
* Financiering op minder dan 1 jaar (bankschulden).
De kasstroom uit financiering met vreemd vermogen wordt berekend door de netto-aflossingen en rentebetalingen te bepalen. Een negatieve kasstroom duidt op een netto-aflossing of rentebetaling.
#### 4.3.2 Kasstroom uit financiering met eigen vermogen
Deze categorie omvat veranderingen in de posten van het eigen vermogen, zoals:
* Uit te keren winst (dividenden).
* Kapitaalsubsidies.
* Bijkomend eigen vermogen.
* Voorschotten van vennoten.
Een negatieve kasstroom uit financiering met eigen vermogen duidt op winstuitkeringen (dividenden) of terugbetalingen van kapitaal.
### 4.4 De kasstromentabel (Tabel 9)
De kasstromentabel vat de hierboven berekende kasstromen samen en presenteert deze op een gestandaardiseerde manier.
1. **Operationele kasstroom na belastingen:** Het inkomen van het bedrijf uit operaties na belastingen, losgekoppeld van de financiële structuur.
2. **Verandering van de nettobedrijfskapitaalbehoefte:** Gevolg van investeringen in vlottende activa en/of toename van spontane financiering.
3. **Kasstroom van het bedrijf uit operaties:** Som van de operationele kasstroom na belastingen en de verandering in de nettobedrijfskapitaalbehoefte.
4. **(Des)investeringen in vaste activa:** Netto-investeringen of desinvesteringen in materiële, immateriële en financiële vaste activa.
5. **Kasstroom uit investeringen:** De totale kasstroom die vrijkomt voor de onderneming na investeringen.
6. **Financiering met financieel vreemd vermogen:** Netto-aflossingen, opnames en rentebetalingen met betrekking tot vreemd vermogen.
7. **Kasstroom uit financieel vreemd vermogen:** De kasstroom die beschikbaar is voor de houders van het eigen vermogen na het voldoen aan de verplichtingen met betrekking tot vreemd vermogen.
8. **Financiering met extern eigen vermogen:** Netto-opnames of terugbetalingen van eigen vermogen, inclusief dividenduitkeringen.
9. **Kasstroom uit eigen vermogen:** De netto-verandering in de liquide middelen na investeringen, na verplichtingen uit vreemd vermogen en na verrichtingen met het eigen vermogen.
$$ Eindkasbalans = Beginkasbalans + Kasstroom_{operaties} - Kasstroom_{investeringen} - Kasstroom_{financiering} $$
De eindkasbalans, die het totaal aan liquide middelen en geldbeleggingen op de balans vertegenwoordigt, is gelijk aan de beginbalans plus de netto kasstroom gedurende het boekjaar.
### 4.5 Belang van de kasstroomanalyse
De kasstroomanalyse is cruciaal omdat de directe aanleiding tot faling het staken van betalingen is, wat niet altijd gelijk staat aan een negatief inkomen. De analyse van kasstromen kan signalen detecteren die wijzen op mogelijke liquiditeitsproblemen.
Knipperlichten die kunnen wijzen op een naderende faling omvatten:
* Negatieve kasstroom uit operaties (CF) of een te laag inkomen.
* Grote stijging van financiële schulden, wat kan duiden op te weinig spontane financiering of een te laag inkomen en dus een te lage zelffinancieringsmogelijkheid.
* Grote stijging van handelsschulden.
* Minder investeringen in materiële vaste activa (MVA).
* Een externe stijging van het eigen vermogen, wat kan impliceren dat er onvoldoende intern eigen vermogen is wegens een te lage kasstroom.
---
# Het belang van kasstroomanalyse en indicatoren bij faillissement
Dit deel bespreekt de cruciale rol van kasstroomanalyse bij het beoordelen van de financiële gezondheid van een onderneming en identificeert waarschuwingssignalen voor faillissement.
### 5.1 Kasstroomberekening
De kasstroomanalyse omvat de berekening van drie hoofdcategorieën: operationele kasstroom, kasstroom uit investeringen en kasstroom uit financiering.
#### 5.1.1 Operationele kasstroom
De operationele kasstroom geeft het inkomen weer dat een bedrijf genereert uit zijn kernactiviteiten, losgekoppeld van de financiële structuur. De berekening hiervan omvat twee onderdelen: de operationele kasstroom na belastingen en de verandering in de nettobedrijfskapitaalbehoefte.
* **Operationele kasstroom na belastingen:** Dit betreft de operationele cashflow na belastingen, aangevuld met aanpassingen voor wijzigingen in het nettobedrijfskapitaal.
* **Nettobedrijfskapitaalbehoefte (NBKB):** Dit is de behoefte aan externe financiering die voortvloeit uit de operationele activiteiten.
* **Verandering van de nettobedrijfskapitaalbehoefte:** De analyse van deze verandering, weergegeven met de Griekse letter rho ($\rho$), geeft inzicht in de investeringen in vlottende activa en de toename van spontane financiering. Een daling van de NBKB kan duiden op een toename van spontane financiering die de investeringen in vlottende activa overtreft.
De kasstroom uit operaties is de som van de operationele kasstroom na belastingen en de verandering in de nettobedrijfskapitaalbehoefte. Dit vertegenwoordigt het inkomen (kasstroom) dat het bedrijf uit zijn operationele activiteiten genereert.
#### 5.1.2 Kasstroom uit investeringen
De kasstroom uit investeringen analyseert de geldstromen gerelateerd aan de aan- en verkoop van vaste activa, zoals materieel vast actief. De berekening houdt rekening met de begin- en eindbalans van deze activa, evenals de afschrijvingen. Een negatieve kasstroom in deze categorie duidt op investeringen in vaste activa.
> **Tip:** Bij het berekenen van de kasstroom uit investeringen is het essentieel om correcties toe te passen voor afschrijvingen om de bruto-investeringen te bepalen.
#### 5.1.3 Kasstroom uit financiering
De kasstroom uit financiering onderzoekt de geldstromen die voortkomen uit de financiering van de onderneming, onderverdeeld in financiering met vreemd vermogen en financiering met eigen vermogen.
* **Kasstroom uit financiering met VV:** Dit omvat veranderingen in kortlopend en langlopend vreemd vermogen, inclusief rentebetalingen en aflossingen. Een negatieve kasstroom hier geeft aan dat de onderneming vreemd vermogen heeft afgelost of rente heeft betaald.
* **Kasstroom uit financiering met EV:** Dit betreft transacties gerelateerd aan het eigen vermogen, zoals winstuitkeringen (dividenden) of kapitaalinjecties. Een negatieve kasstroom duidt op uitkeringen aan aandeelhouders.
#### 5.1.4 Samenvatting kasstromentabel
De samenvattende kasstromentabel (tabel 9) presenteert de totale kasstroom uit de drie hoofdcategorieën. De kasstroom uit operaties wordt verminderd met investeringen om de kasstroom ter beschikking van de onderneming te verkrijgen. Vervolgens wordt de kasstroom uit financieel vreemd vermogen afgetrokken om de kasstroom ter beschikking te stellen aan de houders van het eigen vermogen. De uiteindelijke kasstroom aan het einde van het boekjaar wordt berekend door de netto kasstroom over de drie hoofdcategorieën toe te voegen aan de begin Kasbalans.
De eindkasbalans vertegenwoordigt de liquide middelen en geldbeleggingen die aan het einde van het boekjaar beschikbaar zijn voor de onderneming.
> **Voorbeeld:** De eindkasbalans is gelijk aan de begin kasbalans plus de kasstroom uit operaties, minus de kasstroom uit investeringen, en minus de kasstroom uit financiering. Dit resultaat kan ook worden berekend door de kasstroom ter beschikking van de onderneming na investeringen, te verminderen met de kasstroom uit financiering met vreemd vermogen en vervolgens te verminderen met de kasstroom uit eigen vermogen.
### 5.2 Belang van kasstroomanalyse bij faillissement
Kasstroomanalyse is cruciaal voor het identificeren van waarschuwingssignalen die kunnen wijzen op een naderend faillissement. De directe aanleiding van een faillissement is meestal staking van betaling, maar de onderliggende oorzaken zijn divers.
#### 5.2.1 Knipperlichten van faillissement
Onderzoek naar bedrijven die failliet gingen, heeft verschillende "knipperlichten" of waarschuwingssignalen aan het licht gebracht:
* **Negatieve kasstroom uit operaties of een te laag inkomen:** Dit duidt op een onvermogen om uit de kernactiviteiten voldoende geld te genereren om de lopende kosten te dekken en te herinvesteren.
* **Grote stijging van financiële schulden:** Een toenemende schuldratio kan wijzen op een overmatige afhankelijkheid van externe financiering en een tekort aan eigen middelen, mogelijk door een te laag inkomen en te weinig zelffinancieringsmogelijkheden.
* **Grote stijging van handelsschulden:** Dit kan suggereren dat het bedrijf moeite heeft om leveranciers te betalen, wat een acuut liquiditeitsprobleem aangeeft.
* **Minder investeringen in materieel vast actief (MVA):** Dit kan wijzen op een teruglopende investeringsbereidheid, mogelijk door financiële krapte of een gebrek aan langetermijnvisie.
* **Grotere nood aan nieuw extern eigen vermogen:** Falende bedrijven vertonen vaak een grotere behoefte aan extra kapitaalinjecties van buitenaf, wat duidt op een tekort aan intern eigen vermogen als gevolg van een te lage kasstroom.
> **Tip:** De analyse van de verhouding tussen de kasstroom uit operaties en de financiële schulden is een belangrijke indicator voor de financiële gezondheid op lange termijn. Een significante stijging van de financiële schulden ten opzichte van de operationele kasstroom kan een alarmsignaal zijn.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Operationele kasstroom | Dit is de kasstroom die gegenereerd wordt uit de normale bedrijfsactiviteiten van een onderneming, losgekoppeld van de financieringsstructuur. Het omvat de operationele cashflow na belastingen en eventuele veranderingen in het nettobedrijfskapitaal. |
| Nettobedrijfskapitaalbehoefte (NBKB) | De NBKB vertegenwoordigt het verschil tussen de vlottende activa en de kortlopende schulden (exclusief financiële schulden) die nodig zijn om de dagelijkse operaties van een onderneming te ondersteunen. Een verandering hierin beïnvloedt de kasstroom. |
| Kasstroom uit investeringen | Deze kasstroom betreft de uitgaven of inkomsten die voortvloeien uit de aan- of verkoop van vaste activa, zoals materiële vaste activa. Het geeft inzicht in de investeringsactiviteiten van de onderneming. |
| Kasstroom uit financiering | Dit is de kasstroom die verband houdt met wijzigingen in de eigen vermogens- en vreemd vermogenspositie van de onderneming. Het omvat transacties zoals het aangaan of aflossen van leningen, het uitgeven van aandelen of het keren van dividenden. |
| Vreemd vermogen (VV) | Schulden van de onderneming die op een bepaald moment terugbetaald moeten worden. Dit kan zowel langlopend als kortlopend vreemd vermogen omvatten, zoals bankleningen en leverancierskredieten. |
| Eigen vermogen (EV) | Het deel van het vermogen van een onderneming dat toebehoort aan de eigenaren of aandeelhouders. Het omvat aandelenkapitaal, reserves en ingehouden winsten. |
| Going concern | Dit principe gaat ervan uit dat een onderneming haar activiteiten in de nabije toekomst zal voortzetten en haar verplichtingen zal kunnen nakomen. Investeringen in vaste activa worden geanalyseerd vanuit dit perspectief. |
| Afschrijvingen | Een waardevermindering van materiële en immateriële vaste activa door gebruik, veroudering of slijtage gedurende het economische leven van het actief. Het is een kostenpost die de winst vermindert maar geen directe kasuitgave is. |
| Vlottende activa | Activa die naar verwachting binnen één jaar worden omgezet in geld, verkocht of verbruikt tijdens het normale bedrijfsproces, zoals voorraden en debiteuren. |
| Kortlopende schulden | Schulden die binnen één jaar opeisbaar zijn, zoals crediteuren en bankkredieten die op korte termijn vervallen. |
| Faillissement | Een juridische toestand waarin een persoon of onderneming niet langer aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen. Staking van betaling is een veelvoorkomende aanleiding. |
| Kasmiddelen | Geld en direct beschikbare financiële middelen, zoals banktegoeden en geldbeleggingen, die een onderneming heeft om aan haar financiële verplichtingen te voldoen. |