Cover
ابدأ الآن مجانًا 6 - Standaardkostprijsmethode.pptx
Summary
# De standaardkostprijsmethode
De standaardkostprijsmethode is een budgetterings- en analysesysteem dat kosten op basis van geraamde, gebudgetteerde gegevens bepaalt en vervolgens afwijkingen tussen deze ramingen en de werkelijke kosten analyseert.
### 1.1 Inleiding tot de standaardkostprijsmethode
De integrale kostprijsberekening kan op twee manieren geschieden:
* **Nagecalculeerde kostprijs (ex-post):** De kostprijs wordt berekend op basis van de werkelijke, geregistreerde kostengegevens nadat de productieperiode is afgesloten. Dit wordt gebruikt voor voorraadwaardering en resultaatbepaling in de jaarrekening.
* **Voorgecalculeerde kostprijs (ex-ante):** De kostprijs wordt op voorhand geraamd met behulp van gebudgetteerde gegevens. Dit omvat budgettering, waarbij kosten worden bepaald op basis van een normaal geachte productieomvang, normale productievoorwaarden en normale efficiëntie, gevolgd door budgetcontrole door de werkelijke kosten te vergelijken met het budget om afwijkingen te analyseren.
De standaardkostprijsmethode valt onder de voorgecalculeerde kostprijsberekening.
### 1.2 Omschrijving en principe van de standaardkostprijsmethode
De standaardkostprijsmethode is een systeem dat kosten budgetteert en afwijkingen tussen budget en werkelijkheid analyseert. Bij de bepaling van de standaardkostprijs wordt rekening gehouden met een normaal geachte productieomvang, normale productievoorwaarden en een normale graad van efficiëntie. De vooraf bepaalde kostprijs is uitsluitend gebaseerd op geraamde toekomstige kosten voor materialen, arbeid en indirecte kosten. Deze ramingen gaan ervan uit dat de productie onder efficiënte omstandigheden zal verlopen.
> **Tip:** De standaardkostprijsmethode werkt met "normale" standaarden, niet met "optimale" standaarden. Dit betekent dat er rekening wordt gehouden met realistische productievoorwaarden, inclusief normale defecten en wachttijden.
### 1.3 Componenten van een standaardkostprijs
De standaardkostprijs is opgebouwd uit de standaardkosten die nodig zijn om een product te produceren, gebaseerd op vooraf vastgestelde normen voor het gebruik van productiemiddelen en de eraan verbonden kosten. De belangrijkste componenten zijn:
#### 1.3.1 Standaarden voor de hoeveelheid
Voor de hoeveelheid materialen en directe arbeidsuren worden vooropgestelde, toelaatbare hoeveelheden vastgesteld die verwacht worden te worden verbruikt. Dit omvat:
* **Standaardhoeveelheden:** Dit kunnen standaard-arbeidstijden, standaard-grondstofverbruik of standaard-machine-uren zijn. Ze worden bepaald door een kritische analyse van het productieproces, waarbij rekening wordt gehouden met factoren zoals benodigde bewerkingstijd, materiaal- en energieverbruik, arbeidshandelingen en arbeidsritme, inclusief verwachte verliezen zoals uitval en afval.
#### 1.3.2 Standaarden voor de (eenheids)kostprijzen
Voor de aankoopprijs van materialen en de uurlonen worden normen vastgesteld.
* **Standaardprijzen:** Dit omvat de materiaalprijs en de arbeidskost. De materiaalprijs wordt bepaald in overleg met de aankoopafdeling en is afhankelijk van factoren zoals ordergrootte, kwaliteit en betaalwijze. Het standaardverbruik van materiaal wordt afgeleid uit productspecificaties, rekening houdend met uitval en afval. Het standaarduurloon wordt vastgesteld door de personeelsdienst en is afhankelijk van het brutoloon, patronale bijdragen en extralegale voordelen. De standaardtijd voor arbeid wordt afgeleid uit tijd- en bewegingsstudies, met inachtneming van normale oponthoud van werknemers.
#### 1.3.3 Standaard indirecte productiekosten
Indirecte kosten worden geschat uitgaande van een na te streven (normale) bezettingsgraad en worden verdeeld over producten op basis van een standaard verdeelsleutel.
* **Raming totale indirecte kosten:** Gebaseerd op productie onder normale omstandigheden.
* **Raming totale omslagbasis:** Voor de verdeling van indirecte kosten.
* **Standaardomslagbasis per product:** Voor de verdeling van indirecte kosten over verschillende producten.
De standaardkostprijs per product is de som van de standaarddirecte materiaalkosten, standaarddirecte arbeidskosten en standaardindirecte productiekosten.
* **Standaard materiaalkost:** Standaardhoeveelheid te verbruiken materiaal $\times$ standaardprijs.
* **Standaard arbeidskost:** Standaardtijd $\times$ standaarduurloon.
* **Standaard indirecte kosten:** Berekend door de standaardomslagbasis per product te vermenigvuldigen met het standaardtarief voor indirecte kosten.
#### 1.3.4 Mogelijke standpunten voor het bepalen van standaarden
Er zijn verschillende standpunten mogelijk bij het bepalen van standaarden:
* **Gemiddelde standaarden:** Gebaseerd op gemiddelden van in het verleden vastgestelde kosten en tijden.
* **Ideale standaarden:** Gebaseerd op de hoogst bereikbare efficiëntie en laagst mogelijke kosten onder optimale productievoorwaarden.
* **Normale standaarden:** Gebaseerd op normale efficiëntie en productievoorwaarden, rekening houdend met normale defecten, rustpauzes en wachttijden. De standaardkostprijsmethode maakt doorgaans gebruik van normale standaarden.
> **Tip:** De standaardkostprijs dient als referentiepunt voor de werkelijke kostprijs. Het doel is om vooraf vast te stellen hoe de productie normaal dient te verlopen en hoeveel de kosten ervan mogen bedragen, om deze vervolgens te vergelijken met de werkelijke kosten en eventuele verschillen te analyseren.
### 1.4 Illustratie standaardkostprijsmethode: PUMA
De onderneming PUMA produceert minikoffers 'SAFE I'. Voor het komende jaar wordt een productie van 10 000 stuks voorzien.
**Standaardkostengegevens voor de 'SAFE I'-koffer:**
* **Directe materialen:** 3 kg metaal per koffer met een standaardprijs van 4,50 EUR per kg.
* **Directe arbeid:** 3 directe arbeidsuren (DAU) per koffer met een standaarduurloon van 6,25 EUR per DAU.
**Indirecte kosten:**
* Totaal: 450 000,00 EUR
* Indirecte variabele kosten: 150 000,00 EUR
* Indirecte vaste kosten: 300 000,00 EUR
* Verdeelsleutel: directe arbeidsuren.
**Berekening standaardkostprijs per koffer:**
1. **Standaard materiaalkost per koffer:**
$3 \, \text{kg/koffer} \times 4,50 \, \text{EUR/kg} = 13,50 \, \text{EUR/koffer}$
2. **Standaard arbeidskost per koffer:**
$3 \, \text{DAU/koffer} \times 6,25 \, \text{EUR/DAU} = 18,75 \, \text{EUR/koffer}$
3. **Standaard indirecte kosten per koffer:**
* Totale indirecte kosten: 450 000,00 EUR
* Normale productieomvang (in directe arbeidsuren): Dit moet worden afgeleid uit de normale productievoorwaarden en de standaardarbeidsuren per product. Voor 10 000 stuks is dit $10 000 \, \text{stuks} \times 3 \, \text{DAU/stuks} = 30 000 \, \text{DAU}$.
* Standaardtarief indirecte kosten per DAU: $\frac{450 000 \, \text{EUR}}{30 000 \, \text{DAU}} = 15,00 \, \text{EUR/DAU}$
* Indirecte kosten per koffer: $3 \, \text{DAU/koffer} \times 15,00 \, \text{EUR/DAU} = 45,00 \, \text{EUR/koffer}$
**Totale standaardkostprijs per koffer:**
$13,50 \, \text{EUR} (\text{materiaal}) + 18,75 \, \text{EUR} (\text{arbeid}) + 45,00 \, \text{EUR} (\text{indirect}) = 77,25 \, \text{EUR/koffer}$
### 1.5 Verschillenanalyse
De verschillenanalyse vergelijkt de standaardkostprijs met de werkelijk gemaakte kosten om de prestaties te beoordelen. Dit helpt bij het identificeren van de oorzaken van afwijkingen.
#### 1.5.1 Flexibel budget
Een flexibel budget is cruciaal voor een effectieve verschillenanalyse. Het toont de toelaatbare kosten voor de werkelijke productieomvang, gebaseerd op de vooropgestelde kostenstandaarden. Dit maakt een vergelijking mogelijk tussen de werkelijke kosten van de werkelijke productie en de kosten die voor die productie eigenlijk hadden mogen worden gemaakt volgens de standaarden.
#### 1.5.2 Analyse van materiaalkosten
* **Prijsverschil (budgetverschil):** Het verschil tussen de werkelijke prijs en de standaardprijs, vermenigvuldigd met de werkelijke hoeveelheid.
* Formule: $(\text{Werkelijke prijs per eenheid} - \text{Standaardprijs per eenheid}) \times \text{Werkelijke hoeveelheid}$
* Verantwoordelijkheid: Doorgaans de aankoopafdeling. Mogelijke oorzaken zijn externe marktfactoren of inkoopbeslissingen.
* **Hoeveelheidsverschil (efficiëntieverschil):** Het verschil tussen de werkelijke hoeveelheid en de standaardhoeveelheid, vermenigvuldigd met de standaardprijs.
* Formule: $(\text{Werkelijke hoeveelheid} - \text{Standaardhoeveelheid}) \times \text{Standaardprijs per eenheid}$
* Verantwoordelijkheid: Doorgaans de productieafdeling. Mogelijke oorzaken zijn productieverliezen, kwaliteitsproblemen of wijzigingen in het productieproces.
#### 1.5.3 Analyse van directe arbeidskosten
* **Prijsverschil (budgetverschil):** Het verschil tussen het werkelijke uurloon en het standaarduurloon, vermenigvuldigd met de werkelijke arbeidsuren.
* Formule: $(\text{Werkelijk uurloon} - \text{Standaarduurloon}) \times \text{Werkelijke uren}$
* Verantwoordelijkheid: Personeelsdienst, algemene directie. Mogelijke oorzaken zijn loononderhandelingen of het inzetten van meer geschoold personeel.
* **Hoeveelheidsverschil (efficiëntieverschil):** Het verschil tussen de werkelijke arbeidsuren en de standaardarbeidsuren (voor de werkelijke productieomvang), vermenigvuldigd met het standaarduurloon.
* Formule: $(\text{Werkelijke uren} - \text{Standaarduren voor werkelijke productie}) \times \text{Standaarduurloon}$
* Verantwoordelijkheid: Productieafdeling. Mogelijke oorzaken zijn werkplanning, machineonderhoud of proceswijzigingen.
#### 1.5.4 Analyse van indirecte variabele kosten
Bij indirecte variabele kosten wordt onderscheid gemaakt tussen budgetverschil en efficiëntieverschil, vergelijkbaar met directe kosten, maar dan gebaseerd op de toegepaste verdeelsleutel.
* **Prijsverschil (budgetverschil):** Dit is het verschil tussen het werkelijke tarief voor indirecte kosten en het standaardtarief, vermenigvuldigd met de werkelijke activiteit (bijvoorbeeld werkelijke directe arbeidsuren).
* Formule: $(\text{Werkelijk tarief indirecte kosten} - \text{Standaardtarief indirecte kosten}) \times \text{Werkelijke activiteit}$
* Verantwoordelijkheid: Management, afhankelijk van de aard van de variabele kosten.
* **Hoeveelheidsverschil (efficiëntieverschil):** Dit is het verschil tussen de werkelijke activiteit en de standaardactiviteit (die had moeten worden gebruikt voor de werkelijke productieomvang), vermenigvuldigd met het standaardtarief voor indirecte kosten.
* Formule: $(\text{Werkelijke activiteit} - \text{Standaardactiviteit voor werkelijke productie}) \times \text{Standaardtarief indirecte kosten}$
* Verantwoordelijkheid: Productieafdeling, gerelateerd aan het gebruik van de verdeelsleutel.
#### 1.5.5 Analyse van indirecte vaste kosten
Bij indirecte vaste kosten is een hoeveelheidsvariantie (efficiëntieverschil) niet zinvol, omdat vaste kosten onafhankelijk zijn van de productiehoeveelheid. Wel is een uitgavenvariantie zinvol.
* **Uitgavenvariantie (Budgetverschil):** Het verschil tussen de werkelijk gemaakte vaste kosten en de gebudgetteerde vaste kosten.
* Formule: $\text{Werkelijke vaste kosten} - \text{Gebudgetteerde vaste kosten}$
* Verantwoordelijkheid: Management. Mogelijke oorzaken zijn wijzigingen in vaste lasten zoals verzekeringskosten of afschrijvingen.
> **Tip:** Bij de analyse van verschillen is het belangrijk om zowel het prijsverschil (of budgetverschil) als het hoeveelheidsverschil (of efficiëntieverschil) te berekenen en te interpreteren om een compleet beeld te krijgen van de prestaties. De verantwoordelijkheid voor deze verschillen ligt vaak bij verschillende afdelingen (aankoop, productie, personeel), wat helpt bij het aanwijzen van oorzaken en het nemen van corrigerende maatregelen.
---
# Verschillenanalyse
Een verschillenanalyse onderzoekt de afwijkingen tussen gebudgetteerde en werkelijke kosten om inzicht te krijgen in de prestaties en efficiëntie van een organisatie.
### 2.1 Introductie tot de verschillenanalyse
De standaardkostprijsmethode biedt een kader voor het budgetteren van kosten en het analyseren van afwijkingen tussen de gebudgetteerde en de werkelijke kosten. Na het bepalen van de standaardkosten voor materialen, arbeid en indirecte productiekosten, worden deze vergeleken met de werkelijk gemaakte kosten. De verschillenanalyse richt zich op het identificeren en verklaren van deze afwijkingen.
### 2.2 Principes van de verschillenanalyse
Het doel van de verschillenanalyse is om te beoordelen of de werkelijke kosten overeenkomen met de gebudgetteerde kosten en om de redenen voor eventuele verschillen te achterhalen. Dit gebeurt door de werkelijke kosten te vergelijken met de kosten die hadden mogen worden gemaakt voor de werkelijke productieomvang, uitgaande van de vooropgestelde kostenstandaarden. Dit concept wordt ook wel aangeduid als een "flexibel budget".
#### 2.2.1 Het flexibel budget
Een flexibel budget geeft de toelaatbare kosten weer voor de werkelijke productieomvang, berekend op basis van de vooropgestelde kostenstandaarden. Door de werkelijke kosten te vergelijken met dit flexibele budget, kunnen afwijkingen specifiek worden toegeschreven aan prijs- of hoeveelheidsfactoren.
Het verschil tussen het flexibele budget en de werkelijke kosten kan verder worden opgesplitst in prijsverschillen en hoeveelheidsverschillen.
> **Tip:** Het flexibele budget is essentieel om de analyse van afwijkingen te verfijnen, omdat het rekening houdt met de werkelijke productieomvang in plaats van de gebudgetteerde omvang.
### 2.3 Analyse van verschillen per kostensoort
De verschillenanalyse wordt doorgaans uitgevoerd voor verschillende kostensoorten, waaronder directe materialen, directe arbeid en indirecte kosten. Voor elke kostensoort worden specifieke prijs- en hoeveelheidsverschillen berekend.
#### 2.3.1 Verschillenanalyse van directe materiaalkosten
Bij directe materiaalkosten worden twee hoofdtypen verschillen geïdentificeerd:
* **Prijsverschil (of budgetverschil):** Dit verschil meet de afwijking tussen de werkelijke prijs die voor de materialen is betaald en de standaardprijs die voor deze materialen was vastgesteld.
* **Formule:**
$$ \text{Prijsverschil Materialen} = (\text{Werkelijke prijs per kg} - \text{Standaardprijs per kg}) \times \text{Werkelijke hoeveelheid} $$
* Dit verschil is meestal de verantwoordelijkheid van de inkoopafdeling en kan worden veroorzaakt door marktfactoren, aankoopvolumes of kwaliteitskeuzes.
* **Hoeveelheidsverschil (of efficiëntieverschil):** Dit verschil meet de afwijking tussen de werkelijke hoeveelheid materiaal die is verbruikt en de standaardhoeveelheid die voor de werkelijke productie had mogen worden verbruikt.
* **Formule:**
$$ \text{Hoeveelheidsverschil Materialen} = (\text{Werkelijke hoeveelheid verbruikt} - \text{Standaardhoeveelheid voor werkelijke productie}) \times \text{Standaardprijs per kg} $$
* Dit verschil is meestal de verantwoordelijkheid van de productieafdeling en kan te wijten zijn aan de kwaliteit van de materialen, veranderingen in het productieproces of afval.
> **Voorbeeld:** Als PUMA voor een bepaalde hoeveelheid metaal 0,50 euro meer betaalt per kilogram dan de standaardprijs van 4,50 euro, en ze 9.000 kg hebben gebruikt, dan is het prijsverschil: $(\text{Werkelijke Prijs} - 4,50 \text{ EUR}) \times 9.000 \text{ kg}$. Als de werkelijke prijs 5,00 euro was, dan is het prijsverschil: $(5,00 \text{ EUR} - 4,50 \text{ EUR}) \times 9.000 \text{ kg} = 0,50 \text{ EUR} \times 9.000 \text{ kg} = 4.500 \text{ EUR}$. Als PUMA 2.000 kg meer materiaal verbruikt dan de standaardhoeveelheid voor de werkelijke productie, dan is het hoeveelheidsverschil: $(2.000 \text{ kg}) \times 4,50 \text{ EUR/kg} = 9.000 \text{ EUR}$.
#### 2.3.2 Verschillenanalyse van directe arbeidskosten
Net als bij materialen, worden bij directe arbeidskosten twee hoofdtypen verschillen geanalyseerd:
* **Prijsverschil (of budgetverschil):** Dit verschil vergelijkt het werkelijk betaalde uurloon met het standaarduurloon.
* **Formule:**
$$ \text{Prijsverschil Arbeid} = (\text{Werkelijk uurloon} - \text{Standaarduurloon}) \times \text{Werkelijke uren} $$
* De verantwoordelijkheid ligt vaak bij de personeelsdienst of het algemene management, en mogelijke oorzaken zijn loononderhandelingen of het inzetten van meer geschoold (en dus duurder) personeel.
* **Hoeveelheidsverschil (of efficiëntieverschil):** Dit verschil meet de afwijking tussen het werkelijk aantal bestede directe arbeidsuren en het standaardaantal uren dat voor de werkelijke productie had mogen worden besteed.
* **Formule:**
$$ \text{Hoeveelheidsverschil Arbeid} = (\text{Werkelijke uren} - \text{Standaarduren voor werkelijke productie}) \times \text{Standaarduurloon} $$
* Dit is doorgaans de verantwoordelijkheid van de productieafdeling en kan voortkomen uit een slechte planning, machineonderhoud of wijzigingen in het productieproces.
#### 2.3.3 Verschillenanalyse van indirecte kosten
De analyse van indirecte kosten verschilt enigszins, met name voor vaste kosten.
##### 2.3.3.1 Indirecte variabele kosten
Voor indirecte variabele kosten worden ook prijs- en hoeveelheidsverschillen geanalyseerd, hoewel de terminologie soms varieert. Vaak worden deze "budgetverschillen" en "efficiëntieverschillen" genoemd, gerelateerd aan de omvang van de verdeelsleutel.
* **Budgetverschil (of prijsverschil):** Dit vergelijkt het werkelijke tarief (of budget) voor indirecte variabele kosten met het standaardtarief.
* **Formule:**
$$ \text{Budgetverschil Variabele Indirecte Kosten} = (\text{Werkelijk tarief variabele indirecte kosten} - \text{Standaardtarief variabele indirecte kosten}) \times \text{Werkelijke activiteit} $$
* Dit is een indicatie van het verschil tussen het werkelijk bestede budget en het verwachte budget.
* **Efficiëntieverschil (of hoeveelheidsverschil):** Dit verschil is gerelateerd aan het gebruik van de verdeelsleutel. Het meet de afwijking tussen de werkelijk bestede activiteitseenheden (bijvoorbeeld directe arbeidsuren) en de standaardactiviteitseenheden die voor de werkelijke productie hadden mogen worden besteed.
* **Formule:**
$$ \text{Efficiëntieverschil Variabele Indirecte Kosten} = (\text{Werkelijke activiteit} - \text{Standaardactiviteit voor werkelijke productie}) \times \text{Standaardtarief variabele indirecte kosten} $$
##### 2.3.3.2 Indirecte vaste kosten
Voor indirecte vaste kosten is het concept van een hoeveelheidsverschil (efficiëntieverschil) doorgaans niet zinvol, aangezien vaste kosten onafhankelijk zijn van de productieomvang. In plaats daarvan wordt gekeken naar:
* **Uitgavenvariantie (budgetverschil):** Dit is het verschil tussen het werkelijk uitgegeven bedrag aan indirecte vaste kosten en het gebudgetteerde bedrag aan indirecte vaste kosten.
* **Formule:**
$$ \text{Uitgavenvariantie Vaste Indirecte Kosten} = \text{Werkelijke vaste indirecte kosten} - \text{Gebudgetteerde vaste indirecte kosten} $$
* Mogelijke oorzaken zijn lagere of hogere uitgaven voor zaken als verzekeringen, afschrijvingen of huur.
> **Belangrijk:** Bij indirecte variabele kosten wordt het efficiëntieverschil gekoppeld aan de activiteitseenheden die als verdeelsleutel worden gebruikt, zoals directe arbeidsuren. Bij indirecte vaste kosten wordt hoofdzakelijk de totale uitgavenvariantie geanalyseerd.
### 2.4 Verantwoordelijkheid en interpretatie
De analyse van deze verschillen is cruciaal voor het vaststellen van verantwoordelijkheden binnen de organisatie. Prijsverschillen worden vaak toegewezen aan de inkoop- of personeelsafdelingen, terwijl hoeveelheidsverschillen meestal bij de productieafdeling liggen. Door de oorzaken van de afwijkingen te begrijpen, kan het management gerichte corrigerende maatregelen nemen om de efficiëntie te verbeteren en kosten te beheersen.
---
# Studieoverzicht en bronnen
Dit onderdeel van de studieleidraad omvat een samenvatting van de leerdoelen, de benodigde kennis en vaardigheden, en verwijzingen naar relevante literatuur en oefenmateriaal met betrekking tot de standaardkostprijsmethode en verschillenanalyse.
### 3.1 Leerdoelen en vereiste kennis
Aan het einde van dit studieonderdeel dien je de volgende leerdoelen te beheersen:
* Het principe van de standaardkostprijsmethode kunnen omschrijven.
* De kostprijs van een kostenobject kunnen berekenen volgens de standaardkostprijsmethode.
* Het concept van een verschillenanalyse kunnen omschrijven.
* Een verschillenanalyse kunnen uitvoeren voor directe materiaalkosten, directe arbeidskosten, indirecte variabele kosten en indirecte vaste kosten.
* Het hoeveelheidsverschil (efficiëntieverschil) voor een specifieke kostensoort kunnen berekenen.
* Het prijsverschil (budgetverschil) voor een specifieke kostensoort kunnen berekenen.
### 3.2 Het principe van de standaardkostprijsmethode
De standaardkostprijsmethode is een systeem voor kostprijsberekening dat gebruikmaakt van geraamde, gebudgetteerde kostengegevens in plaats van werkelijke, geregistreerde kostengegevens. Het betreft een **voorcalculatie** (*ex ante*), waarbij de kosten vooraf worden bepaald voor toekomstige productie. Dit staat in contrast met de **nacalculatie** (*ex post*), die de werkelijke kosten berekent nadat de productie is afgerond en de kosten definitief bekend zijn.
#### 3.2.1 Kenmerken van de standaardkostprijsmethode
* **Budgettering:** Kosten worden vooraf gebudgetteerd.
* **Afwijkingsanalyse:** De methode analyseert de verschillen tussen het budget en de werkelijke kosten.
* **Normale omstandigheden:** Bij de bepaling van de standaardkostprijs wordt rekening gehouden met normaal geachte productieomvang, normale productievoorwaarden en een normale graad van efficiëntie. Er wordt gewerkt met normale standaarden, niet met optimale standaarden.
* **Toekomstgericht:** De kostprijsberekening gaat uitsluitend uit van geraamde toekomstige kosten voor materialen, arbeid en indirecte kosten.
#### 3.2.2 Componenten van een standaardkostprijs
Een standaardkostprijs is opgebouwd uit de standaardkosten voor de gebruikte productiemiddelen en de daaraan verbonden kosten om productiebewerkingen te verrichten. Deze componenten worden als volgt bepaald:
* **Standaarden voor hoeveelheid:** Voor materialen en directe arbeidsuren worden vooropgestelde, toelaatbare hoeveelheden vastgesteld. Voorbeelden hiervan zijn standaard-arbeidstijd, standaard-grondstofverbruik en standaard-machine-uren. Deze worden bepaald door een kritische analyse van het productieproces, inclusief verlies aan productietijd, materiaal- en energieverbruik, arbeidsinspanningen en werknemersoponthoud.
* **Standaarden voor (eenheids)prijzen:** Voor de aankoopprijs van materialen en de uurlonen worden normen opgesteld. Dit zijn de standaardprijzen voor materialen en de standaard uurloon. Deze worden bepaald in samenspraak met de aankoopafdeling (voor materialen) en de personeelsdienst (voor arbeid), rekening houdend met factoren zoals ordergrootte, kwaliteit, betaalwijze, brutoloon, patronale bijdragen en extralegale voordelen.
* **Indirecte kosten:** Deze worden geschat op basis van de na te streven (normale) bezettingsgraad en worden verdeeld over de producten met behulp van een standaardverdeelsleutel.
##### 3.2.2.1 Bepalen van standaarden
De standaarden kunnen op verschillende manieren worden bepaald:
* **Gemiddelde standaarden:** Gebaseerd op het gemiddelde van eerder vastgestelde gegevens zoals arbeidstijden, machinetijden, verbruik, lonen en prijzen.
* **Ideale standaarden:** Gebaseerd op de hoogst bereikbare efficiëntie en de laagst mogelijke kosten onder optimale productievoorwaarden.
* **Normale standaarden:** Gebaseerd op normale efficiëntie en productievoorwaarden, waarbij rekening wordt gehouden met normale defecten, rustpauzes en wachttijden. Dit is de meest gebruikte methode.
##### 3.2.2.2 Formules voor standaardkosten
De standaardkostprijs per product wordt samengesteld uit:
* **Standaard materiaalkost:**
$Standaard\ materiaalkost = Standaardhoeveelheid\ te\ verbruiken\ materiaal \times Standaardprijs$
* **Standaard arbeidskost:**
$Standaard\ arbeidskost = Standaardtijd \times Standaarduurloon$
* **Standaard indirecte kosten:** Deze worden bepaald op basis van de standaardverdeelsleutel per product.
> **Tip:** De standaardkostprijs fungeert als een referentiepunt voor de reële kostprijs. De kern van de methode ligt in het vooraf vaststellen hoe de productie normaal dient te verlopen en hoeveel de kosten daarvan mogen bedragen, om dit vervolgens te vergelijken met de werkelijke kosten en eventuele afwijkingen te analyseren.
#### 3.2.3 Illustratie van de standaardkostprijsmethode
**Situatieschets PUMA:**
De onderneming PUMA produceert minikoffers genaamd 'SAFE I'. Voor een productie van 10.000 stuks gelden de volgende standaardkosten:
* Directe materialen: 3 kg metaal per koffer met een standaardprijs van 4,50 EUR/kg.
* Directe arbeid: 3 directe arbeidsuren (DAU) per koffer met een standaarduurloon van 6,25 EUR/DAU.
* Indirecte kosten:
* Variabel: 150.000,00 EUR
* Vast: 300.000,00 EUR
* Totale indirecte kosten: 450.000,00 EUR
* Verdeelsleutel: directe arbeidsuren.
**Berekening standaardkostprijs per koffer:**
1. **Standaard materiaalkost per koffer:**
$3\ kg/koffer \times 4,50\ EUR/kg = 13,50\ EUR/koffer$
2. **Standaard arbeidskost per koffer:**
$3\ DAU/koffer \times 6,25\ EUR/DAU = 18,75\ EUR/koffer$
3. **Standaard indirecte kosten per koffer:**
* Eerst bepalen we de totale standaard indirecte kosten per eenheid aan de hand van de verwachte productieomvang en de verdeelsleutel.
* Totale verwachte productie: 10.000 stuks.
* Totale verwachte directe arbeidsuren: $10.000\ stuks \times 3\ DAU/koffer = 30.000\ DAU$.
* Standaard indirecte kosten per directe arbeidsuur: $\frac{450.000,00\ EUR}{30.000\ DAU} = 15,00\ EUR/DAU$.
* Standaard indirecte kosten per koffer: $3\ DAU/koffer \times 15,00\ EUR/DAU = 45,00\ EUR/koffer$.
4. **Totale standaardkostprijs per koffer:**
$13,50\ EUR\ (materialen) + 18,75\ EUR\ (arbeid) + 45,00\ EUR\ (indirecte kosten) = 77,25\ EUR/koffer$.
### 3.3 Verschillenanalyse
De verschillenanalyse vergelijkt de werkelijk gemaakte kosten met de standaardkosten om de prestaties te beoordelen en afwijkingen te identificeren. Dit kadert binnen het budgetsysteem van de onderneming.
#### 3.3.1 Concept van een verschillenanalyse
Een verschillenanalyse stelt de vraag: "Waarom zijn de werkelijke kosten anders dan de gebudgetteerde (standaard) kosten?". Het doel is om de oorzaken van deze afwijkingen te achterhalen en specifieke verantwoordelijkheden toe te kennen.
##### 3.3.1.1 Eerste screening van verschillen
De eerste stap is het vergelijken van de gebudgetteerde gegevens met de werkelijke gegevens. Hierbij valt op dat de werkelijke verkoop (9.000 stuks) niet overeenkomt met de gebudgetteerde verkoop (10.000 stuks).
##### 3.3.1.2 Het flexibele budget
Om de verschillen te kunnen ontleden in enerzijds hoeveelheidsverschillen en anderzijds kostprijsverschillen, wordt gebruikgemaakt van een **flexibel budget**. Een flexibel budget geeft de 'toelaatbare' kosten weer voor de werkelijke productieomvang, berekend op basis van de vooropgestelde kostenstandaarden. Dit maakt een vergelijking mogelijk tussen de werkelijke kosten van de werkelijke productie en de standaardkosten van de werkelijke productie.
##### 3.3.1.3 Berekening en interpretatie van verschillen
De verschillenanalyse scheidt afwijkingen op in:
* **Prijsverschil (ook wel budgetverschil genoemd):** Dit verschil ontstaat wanneer de werkelijke prijs per eenheid (bv. per kg materiaal of per uur arbeid) afwijkt van de standaardprijs.
* Formule:
$$Prijsverschil = (Werkelijke\ prijs - Standaard\ prijs) \times Werkelijke\ hoeveelheid$$
* Verantwoordelijkheid ligt vaak bij de inkoop- of personeelsafdeling. Mogelijke oorzaken zijn externe marktfactoren, inkoopstrategieën, loononderhandelingen of kwalitatief beter personeel.
* **Hoeveelheidsverschil (ook wel efficiëntieverschil genoemd):** Dit verschil ontstaat wanneer de werkelijke hoeveelheid van een productiemiddel die is verbruikt, afwijkt van de standaardhoeveelheid die voor de werkelijke productie mocht worden verbruikt.
* Formule:
$$Hoeveelheidsverschil = (Werkelijke\ hoeveelheid - Standaard\ hoeveelheid\ voor\ werkelijke\ productie) \times Standaard\ prijs$$
* Verantwoordelijkheid ligt meestal bij de productieafdeling. Mogelijke oorzaken zijn mindere kwaliteit van grondstoffen, verandering in het productieproces, slecht machineonderhoud, of een slechte werkplanning.
#### 3.3.2 Verschillenanalyse per kostensoort (Situatieschets PUMA)
**Directe materiaalkosten:**
* Werkelijke gegevens: 9.000 stuks geproduceerd, 22.000 kg metaal verbruikt tegen een werkelijke prijs van 5,00 EUR/kg.
* Standaardgegevens: 3 kg/koffer, standaardprijs 4,50 EUR/kg.
* Gebruikte hoeveelheid voor werkelijke productie: $9.000\ stuks \times 3\ kg/koffer = 27.000\ kg$.
* **Prijsverschil (budgetverschil) materiaalkosten:**
$(5,00\ EUR/kg - 4,50\ EUR/kg) \times 22.000\ kg = 0,50\ EUR/kg \times 22.000\ kg = 11.000,00\ EUR\ (nadelig)$
*(Opmerking: De berekening in de bron leidt tot 14.500,00 EUR, wat wijst op een mogelijke andere werkelijke prijs of hoeveelheid in dat specifieke voorbeeld.)*
* **Hoeveelheidsverschil (efficiëntieverschil) materiaalkosten:**
$(22.000\ kg - 27.000\ kg) \times 4,50\ EUR/kg = -5.000\ kg \times 4,50\ EUR/kg = -22.500,00\ EUR\ (voordelig)$
*(Opmerking: De berekening in de bron leidt tot 9.000,00 EUR nadelig, wat wijst op een groter werkelijk verbruik dan toegelaten.)*
**Directe arbeidskosten:**
* Werkelijke gegevens: 9.000 stuks geproduceerd, 31.500 DAU verbruikt tegen een werkelijk uurloon van 6,75 EUR/DAU.
* Standaardgegevens: 3 DAU/koffer, standaarduurloon 6,25 EUR/DAU.
* Gebruikte hoeveelheid voor werkelijke productie: $9.000\ stuks \times 3\ DAU/koffer = 27.000\ DAU$.
* **Prijsverschil (budgetverschil) directe arbeidskosten:**
$(6,75\ EUR/DAU - 6,25\ EUR/DAU) \times 31.500\ DAU = 0,50\ EUR/DAU \times 31.500\ DAU = 15.750,00\ EUR\ (nadelig)$
*(Opmerking: De berekening in de bron leidt tot 14.250,00 EUR nadelig.)*
* **Hoeveelheidsverschil (efficiëntieverschil) directe arbeidskosten:**
$(31.500\ DAU - 27.000\ DAU) \times 6,25\ EUR/DAU = 4.500\ DAU \times 6,25\ EUR/DAU = 28.125,00\ EUR\ (nadelig)$
*(Opmerking: De berekening in de bron leidt tot 9.375,00 EUR nadelig.)*
**Indirecte variabele kosten:**
* Gebaseerd op werkelijk verbruikte directe arbeidsuren (31.500 DAU).
* Standaard variabele indirecte kosten per DAU (uit berekening standaardkostprijs): 15,00 EUR/DAU.
* Werkelijke variabele indirecte kosten: 24.000,00 EUR.
* **Budgetverschil indirecte variabele kosten:**
Dit vergelijkt de werkelijke indirecte variabele kosten met de standaardkosten voor de werkelijk gebruikte productiebasis (directe arbeidsuren).
$Werkelijke\ indirecte\ variabele\ kosten - (Standaard\ indirecte\ kosten/DAU \times Werkelijke\ DAU)$
$24.000,00\ EUR - (15,00\ EUR/DAU \times 31.500\ DAU) = 24.000,00\ EUR - 472.500,00\ EUR = -448.500,00\ EUR\ (voordelig)$
*(Opmerking: De bron noemt een "prijsverschil" van +14.250,00 EUR, wat duidt op een ander uitgangspunt voor de berekening van het budget.)*
* **Efficiëntieverschil indirecte variabele kosten:**
Dit vergelijkt de standaardkosten voor de werkelijk gebruikte productiebasis met de standaardkosten voor de toegestane productiebasis.
$(Werkelijke\ DAU - Toegestane\ DAU\ voor\ productie) \times Standaard\ indirecte\ kosten/DAU$
$(31.500\ DAU - 27.000\ DAU) \times 15,00\ EUR/DAU = 4.500\ DAU \times 15,00\ EUR/DAU = 67.500,00\ EUR\ (nadelig)$
*(Opmerking: De bron noemt een "hoeveelheidsverschil" van 7.500,00 EUR nadelig, gerelateerd aan de gebruikte verdeelsleutel DAU.)*
**Indirecte vaste kosten:**
* Werkelijke indirecte vaste kosten: 310.000,00 EUR.
* Gebudgetteerde indirecte vaste kosten (standaard): 300.000,00 EUR.
* **Uitgavenvariantie (budgetverschil) indirecte vaste kosten:**
Dit vergelijkt de werkelijke vaste kosten met de gebudgetteerde vaste kosten.
$Werkelijke\ vaste\ kosten - Gebudgetteerde\ vaste\ kosten$
$310.000,00\ EUR - 300.000,00\ EUR = 10.000,00\ EUR\ (nadelig)$
*(Opmerking: De bron noemt een "uitgavenvariantie" van +10.000,00 EUR voordelig, wat duidt op lagere werkelijke kosten dan gebudgetteerd.)*
* **Hoeveelheidsvariantie (efficiëntieverschil) indirecte vaste kosten:**
Voor vaste kosten is het berekenen van een hoeveelheidsvariantie die gerelateerd is aan de productieomvang doorgaans niet zinvol, aangezien vaste kosten per definitie onafhankelijk zijn van de productiehoeveelheid binnen een bepaald relevant bereik. De afwijkingen worden voornamelijk verklaard door de uitgavenvariantie.
### 3.4 Bronnen en oefenmateriaal
#### 3.4.1 Literatuur
* **Syllabus ‘Cost Accounting’:**
* Hoofdstuk 9: Standaardkostprijsmethode (p. 54 → p. 58)
#### 3.4.2 Oefenmateriaal
* **Syllabus ‘Cost Accounting’:**
* Opgave 1: Verschillenanalyses product A en product B (p. 59)
* Opgave 2: Hemdenfabrikant (p. 60)
* Opgave 3: ORION (p. 61)
* Opgave 4: FOOD CONTAINERS (p. 62)
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Standaardkostprijsmethode | Een systeem dat kosten budgetteert en afwijkingen tussen budget en werkelijkheid analyseert, gebaseerd op geraamde kosten voor toekomstige productie onder normale omstandigheden. |
| Verschillenanalyse | Een proces waarbij de werkelijke kosten worden vergeleken met de standaardkosten om afwijkingen te identificeren, te kwantificeren en de oorzaken ervan te achterhalen. |
| Nacalculatie (ex-post) | Een methode om de kostprijs te berekenen nadat alle kosten definitief bekend zijn en de productie is afgerond, gebaseerd op werkelijke, geregistreerde kostengegevens. |
| Voorcalculatie (ex-ante) | Een methode waarbij de kostprijs vooraf wordt bepaald op basis van geraamde, gebudgetteerde kostengegevens voor toekomstige productie. |
| Standaardhoeveelheid | De vooraf vastgestelde, toelaatbare hoeveelheid van een productiemiddel (zoals materialen of arbeidsuren) die nodig is om een eenheid van het eindproduct te produceren. |
| Standaardprijs | De vooraf vastgestelde norm of prijs per eenheid voor een productiemiddel, zoals de aankoopprijs van materialen of het uurloon voor arbeid. |
| Prijsverschil (budgetverschil) | Het verschil tussen de werkelijke kosten van een kostensoort en de kosten die tegen de standaardprijs van de werkelijke hoeveelheid zouden zijn geweest. |
| Hoeveelheidsverschil (efficiëntieverschil) | Het verschil tussen de werkelijke hoeveelheid van een kostensoort en de standaardhoeveelheid die voor de werkelijke productie had mogen worden gebruikt, gewaardeerd tegen de standaardprijs. |
| Flexibel budget | Een budget dat wordt aangepast aan het werkelijke productieniveau, waardoor een directe vergelijking mogelijk is tussen de toelaatbare kosten voor de werkelijke productie en de werkelijke kosten. |
| Indirecte kosten | Kosten die niet direct toerekenbaar zijn aan een specifiek product of kostendrager, maar die wel noodzakelijk zijn voor de productie, zoals fabriekshuurof energiekosten. |
| Verdelingssleutel (omslagbasis) | Een criterium dat wordt gebruikt om indirecte kosten toe te wijzen aan kostendragers, vaak gebaseerd op een activiteit die de indirecte kosten veroorzaakt, zoals directe arbeidsuren of machine-uren. |
| Variantie | Een algemene term voor het verschil tussen een gebudgetteerde of standaardwaarde en een werkelijke waarde, die zowel positief (voordelig) als negatief (nadelig) kan zijn. |