Cover
ابدأ الآن مجانًا Massiefbouw_Presentatie_1_Inleiding.pdf
Summary
# Prestatiecriteria voor gebouwen
Prestatiecriteria definiëren de eisen waaraan gebouwen moeten voldoen op diverse vlakken zoals binnenklimaat, veiligheid, stabiliteit, waterdichtheid en duurzaamheid [4](#page=4).
### 1.1 Historische context en evolutie van prestatiecriteria
In het verleden waren voornamelijk waterdichtheid, stabiliteit en duurzaamheid (in de betekenis van lange levensduur) van belang. Later werd hieraan het creëren van een mensvriendelijke en gezonde omgeving toegevoegd. Tegenwoordig is het aantal prestatiecriteria aanzienlijk uitgebreid [23](#page=23) [30](#page=30) [46](#page=46) [5](#page=5) [6](#page=6).
### 1.2 Categorieën van prestatiecriteria
De prestatiecriteria voor gebouwen kunnen worden onderverdeeld in verschillende hoofdcategorieën:
#### 1.2.1 Binnenklimaat
Het creëren van een comfortabel binnenklimaat vereist aandacht voor:
* **De bouwfysische omgeving**: de invloed van natuurlijke elementen zoals temperatuur en neerslag op gebouwen. Dit omvat de opbouw van de buitenschil van een gebouw. Bouwfysica is hierin cruciaal en hangt nauw samen met constructieleer [8](#page=8).
* **Het slim bouwconcept**: de integratie van technische installaties in gebouwen [8](#page=8).
Specifieke aspecten van het binnenklimaat zijn:
* Ventilatie [7](#page=7).
* Thermisch comfort [7](#page=7).
* Akoestisch comfort [7](#page=7).
* Luchtdichtheid [7](#page=7).
* Hygiëne en gezondheid [31](#page=31) [46](#page=46).
#### 1.2.2 Veiligheid
Om een veilige gebouwde omgeving te garanderen, zijn er diverse wetten, normen en richtlijnen van kracht. Belangrijke aspecten zijn [25](#page=25):
* **Stabiliteit**: Noodzakelijk voor het garanderen van een veilige omgeving [5](#page=5).
* **Brandveiligheid**:
* KB 1994: de basisnorm brandveiligheid (#page=2, 25) [25](#page=25) [2](#page=2).
* NBN EN 13501: de Europese brandclassificatie van bouwproducten en bouwelementen [25](#page=25).
* **Glasveiligheid**: NBN S32-002: de glasnorm (#page=2, 25) [25](#page=25) [2](#page=2).
* **Toegankelijkheid**: Vlaamse regelgeving toegankelijkheid (#page=2, 25) [25](#page=25) [2](#page=2).
* **Eurocodes**: Europese normen en richtlijnen voor de bouw (#page=2, 25) [25](#page=25) [2](#page=2).
* **Inbraakveiligheid** [23](#page=23) [24](#page=24).
* Kwaliteitslabels zoals CE-markering, BENOR en ATG zijn relevant voor de veiligheid [25](#page=25).
#### 1.2.3 Stabiliteit
Stabiliteit is een fundamentele prestatie-eis die de structurele integriteit en veiligheid van een gebouw waarborgt [5](#page=5).
#### 1.2.4 Waterdichtheid
Waterdichtheid is essentieel voor het creëren van een comfortabel binnenklimaat en het beschermen van de bouwconstructie tegen vocht. Een voorbeeld hiervan is de eis dat een plat dak het regenwater gecontroleerd moet afvoeren en een minimale opstand van 15 cm moet hebben [48](#page=48) [5](#page=5).
#### 1.2.5 Duurzaamheid
Duurzaamheid in de bouw omvat meerdere aspecten, waaronder:
* **Lange levensduur**: Bouwen met het oog op een langdurig gebruik [5](#page=5).
* **EPB-regelgeving **: Energieprestatie en binnenklimaat [3](#page=3).
* **KB 2014**: Milieuboodschappen op bouwproducten [3](#page=3).
* **TOTEM-tool van OVAM **: Een tool voor duurzaam bouwen [3](#page=3).
* **Ecologie** [31](#page=31) [46](#page=46).
#### 1.2.6 Overige prestatiecriteria
Naast de kerncategorieën zijn er nog andere criteria die een impact kunnen hebben bij het bouwen:
* Uitzicht [47](#page=47).
* Kostprijs [47](#page=47).
* Uitvoeringstermijn [47](#page=47).
### 1.3 Impact van prestatiecriteria op ontwerp en uitvoering
Prestatiecriteria sturen de keuze van bouwmaterialen en de constructiewijze van gebouwen [48](#page=48).
* **Voorbeeld materiaalkeuze**: Bij middelhoge en hoge gebouwen vereist een brandweerstand van 1 uur (R60) voor de evacuatietrap dat deze in beton wordt uitgevoerd in plaats van hout [48](#page=48).
* **Voorbeeld constructiewijze**: Een plat dak moet niet alleen waterdicht zijn, maar ook voorzien zijn van een gecontroleerde regenwaterafvoer met een minimale opstand van 15 cm [48](#page=48).
### 1.4 Uitdagingen en discontinuïteiten
#### 1.4.1 Compatibiliteit van criteria
Verschillende prestatiecriteria zijn niet altijd gemakkelijk te combineren. Strengere eisen kunnen soms conflicteren binnen één constructie [49](#page=49).
* **Voorbeeld conflict**: Een vloerdrempel onder een voordeur kan de luchtdichtheid verbeteren, maar mag voor toegankelijkheid en brandveiligheid niet hoger zijn dan 2 cm [49](#page=49).
#### 1.4.2 Continuïteit in de constructie
De continuïteit van prestatiegaranties over de gehele constructie is niet altijd gewaarborgd, met name bij aansluitingen tussen bouwelementen [50](#page=50).
* **Voorbeeld discontinuïteit**: De buitenbouwschil moet rondom voldoende geïsoleerd zijn, maar dit kan bemoeilijkt worden door verschillende isolatiematerialen, diktes, uitvoerders of bouwfases [50](#page=50).
### 1.5 Integratie van prestatiecriteria in het onderwijs
De diverse prestatiecriteria worden vaak behandeld binnen specifieke vakgebieden en afzonderlijke opleidingsonderdelen, waaronder bouwcomfort (ventilatie, thermisch comfort, akoestisch comfort, luchtdichtheid), stabiliteit, waterdichtheid, duurzaamheid (inclusief hygiëne, gezondheid en ecologie), brandveiligheid, inbraakveiligheid en toegankelijkheid. Deze integreren elementen van bouwwetgeving en technische installaties [51](#page=51).
---
# Bouwfysische omgeving en slim bouwconcept
Dit deel analyseert de natuurlijke elementen die van invloed zijn op gebouwen en introduceert het concept van een 'slimme' gebouwschil die door het ont Dubrovnik van de gevels een efficiënt binnenklimaat creëert.
### 2.1 De bouwfysische omgeving
Bouwfysica bestudeert de natuurkunde van de gebouwde omgeving, met een focus op de natuurlijke elementen rondom en in de constructie, en de relatie tussen binnen- en buitenklimaat om tot goede bouwkundige oplossingen te komen voor scheidingsconstructies. De natuurlijke elementen die in kaart worden gebracht zijn warmte, water, damp, lucht, geluid, licht en stabiliteit. Deze elementen kunnen zich bevinden in verschillende zones van de gebouwde omgeving: bovengronds (binnen- en buitenomgeving) en ondergronds (onder en naast het gebouw) [10](#page=10) [18](#page=18) [9](#page=9).
#### 2.1.1 Natuurlijke elementen in de verschillende zones
##### 2.1.1.1 Warmte
* **Buitenomgeving:** Variabele temperaturen, variërend van ongeveer -10°C tot 35°C [11](#page=11) [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Binnenomgeving:** Er wordt gestreefd naar een comfortabele temperatuur tussen 18°C en 22°C [11](#page=11) [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Ondergronds (naast de woning):** De bovenste laag kan invloed ondervinden van weersomstandigheden [11](#page=11) [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Ondergronds (onder de woning):** Vanaf ongeveer 15 meter diepte is er een constante temperatuur van 10°C tot 12°C [11](#page=11) [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
##### 2.1.1.2 Water en damp
* **Buitenomgeving:** Variabele neerslag (droog, regen, sneeuw) en variabele luchtvochtigheid [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Binnenomgeving:** Absoluut geen waterinsijpeling is toegestaan. Er wordt gestreefd naar een comfortabele luchtvochtigheid tussen 40% en 60% [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Ondergronds (naast de woning):** De bovenste laag kan invloed ondervinden van weersomstandigheden [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Ondergronds (onder de woning):** Grondwater is permanent aanwezig. Er is sprake van zijdelingse en opwaartse grondwaterdruk [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
##### 2.1.1.3 Lucht
* **Buitenomgeving:** Variabele windsnelheid en luchtkwaliteit [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Binnenomgeving:** Er is sprake van aan- en afvoer van lucht door middel van gecontroleerde ventilatie [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Ondergronds (naast en onder de woning):** De invloed van lucht is verwaarloosbaar door de afwezigheid van lucht [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
##### 2.1.1.4 Geluid
* **Buitenomgeving:** Variabel geluid afhankelijk van de omgeving [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Binnenomgeving:** Er wordt gestreefd naar het vermijden van storende geluiden [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Ondergronds (naast en onder de woning):** Contactgeluid via trillingen is verwaarloosbaar en afwezig [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17).
##### 2.1.1.5 Licht
* **Buitenomgeving:** Variabel zonlicht [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Binnenomgeving:** Zonlicht wordt gedoseerd [16](#page=16) [17](#page=17).
##### 2.1.1.6 Stabiliteit
* **Buitenomgeving:** Zwaartekracht en windkrachten [17](#page=17).
* **Binnenomgeving:** Zwaartekracht [17](#page=17).
* **Ondergronds (naast de woning):** Zwaartekracht en zijdelingse grondwaterdruk [17](#page=17).
* **Ondergronds (onder de woning):** Zwaartekracht en zijdelingse en opwaartse grondwaterdruk [17](#page=17).
Bouwfysica en constructieleer zorgen samen voor het in stand houden van het gewenste binnenklimaat en de constructies zelf [19](#page=19).
### 2.2 Het slim bouwconcept
Het traditionele manier van bouwen wordt gekenmerkt door spouwconstructies, wat neerkomt op het ontdubbelen van de gebouwschil. Dit wordt gecombineerd met het slim combineren van verschillende eigenschappen van duurzame materialen, wat resulteert in een 'slimme' gebouwschil [20](#page=20).
#### 2.2.1 Het ontdubbelen van de gebouwschil
Het ontdubbelen van de gebouwschil omvat:
* Een drager aan de binnenzijde voor stabiliteit [21](#page=21).
* Isolatie tussenin voor warmte [21](#page=21).
* Een bekleder aan de buitenzijde ter bescherming tegen water [21](#page=21).
Hierdoor is er slechts een minimum aan extra technieken nodig, wat resulteert in een lager energieverbruik, om te voldoen aan de hedendaagse comfort- en wettelijke eisen, zoals de EPB-regelgeving [21](#page=21).
---
# Duurzaamheid in de bouw
Dit onderwerp verkent regelgevingen en tools die gericht zijn op het minimaliseren van de milieu-impact van gebouwen, met specifieke aandacht voor de EPB-regelgeving en de TOTEM-tool.
### 3.1 Prestatiecriteria duurzaamheid
Naast traditionele prestatiecriteria zoals stabiliteit, waterdichtheid, duurzaamheid, ventilatie, thermisch comfort, akoestisch comfort, luchtdichtheid, brandveiligheid, inbraakveiligheid en toegankelijkheid, worden er tegenwoordig ook eisen gesteld op het gebied van hygiëne, gezondheid en ecologie om een duurzaam gebouw te verkrijgen [30](#page=30) [31](#page=31).
Om een duurzame gebouwde omgeving te garanderen, zijn er verschillende wetten, normen, richtlijnen en tools ontwikkeld, waaronder:
* EPB-regelgeving [32](#page=32).
* KB Milieuboodschappen [32](#page=32).
* Levenscyclusanalyse (LCA) [32](#page=32).
* TOTEM-tool van OVAM [32](#page=32).
* Circulair Bouwen [32](#page=32).
* GRO-tool van Het Facilitair Bedrijf [32](#page=32).
* BREEAM [32](#page=32).
Deze instrumenten zijn bedoeld om een verantwoorde keuze van bouwmaterialen en -systemen mogelijk te maken op het vlak van mens- en milieuvriendelijkheid [32](#page=32).
#### 3.1.1 EPB-regelgeving (EnergiePrestatie en Binnenklimaat)
De EPB-regelgeving, geïntroduceerd in 2006, is de wettelijke methode om de energieprestatie van een gebouw te beoordelen. Deze regelgeving stelt eisen aan isolatie, installaties, ventilatie en oververhitting, en heeft een directe impact op de kwaliteit van het binnenklimaat [33](#page=33).
De EPB-plicht geldt sinds 2006 bij een melding of aanvraag van een omgevingsvergunning. De EPB-eisen worden jaarlijks strenger. Sinds 2021 is voor nieuwbouwwoningen een E-peil van 30, wat neerkomt op Bijna Energie Neutraal, de norm [33](#page=33).
Het is belangrijk te beseffen dat de EPB-regelgeving primair focust op het energieverbruik van gebouwen tijdens de gebruiksfase, en niet op het materiaalgebruik zelf. Naarmate de EPB-eisen strenger worden, neemt het energieverbruik van woningen af, maar dit kan leiden tot een groter materiaalgebruik (zoals extra isolatie of complexere installaties). Hierdoor verschuift het zwaartepunt van de milieu-impact van de gebruiksfase naar de gebruikte bouwmaterialen [34](#page=34) [35](#page=35) [36](#page=36).
De Europese bouwsector heeft een aanzienlijke impact op het milieu:
* Gebruikt 50% van de grondstoffen [36](#page=36).
* Produceert 36% van het afval [36](#page=36).
* Verbruikt 50% van het energieverbruik [36](#page=36).
* Produceert 40% van de uitstoot van broeikasgassen [36](#page=36).
* Verbruikt 33% van het water [36](#page=36).
#### 3.1.2 KB 2014: Milieuboodschappen op bouwproducten
Het Koninklijk Besluit van 2014, gebaseerd op NBN EN ISO 1402, reguleert milieuboodschappen op bouwproducten. Fabrikanten die een milieulabel op hun product willen aanbrengen, moeten een levenscyclusanalyse (LCA) uitvoeren. Een LCA is niet algemeen verplicht [37](#page=37).
Tijdens een LCA bekijkt de fabrikant de milieu-impact van zijn product over de volledige levensduur. Deze informatie wordt geregistreerd in de EPD-databank van de overheid, waarbij EPD staat voor Environmental Product Declaration [37](#page=37).
#### 3.1.3 TOTEM-tool van OVAM .
De TOTEM-tool (Tool to Optimise the Total Environmental impact of Materials) is een initiatief van de OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) uit 2018. De basis van deze tool is de levenscyclusanalyse (LCA) van bouwmaterialen, conform de normen EN 15804+A2:2019 en EN15978:2011 [38](#page=38) [39](#page=39).
TOTEM is een tool om de milieu-impact te berekenen en te optimaliseren op verschillende niveaus:
* Materiaalniveau (bijvoorbeeld een baksteen) [38](#page=38).
* Componentniveau (bijvoorbeeld metselwerk) [38](#page=38).
* Elementniveau (bijvoorbeeld een spouwmuur) [38](#page=38).
* Gebouwniveau [38](#page=38).
De tool is specifiek afgestemd op de Belgische bouwsector [38](#page=38).
De TOTEM-tool weegt de milieu-impact van bouwmaterialen (via LCA) tegen het energieverbruik tijdens de gebruiksfase (zoals berekend door EPB). Dit wegingproces wordt gevisualiseerd aan de hand van verschillende scenario's [39](#page=39) [40](#page=40):
* **Bestaand gebouw:**
* Bouwmaterialen: Beperkte milieu-impact omdat er in het verleden minder bouwmaterialen en technieken werden gebruikt [41](#page=41).
* Energieverbruik: Grote energieverspilling door het ontbreken van isolatiematerialen en energiebesparende technieken [41](#page=41).
* **Lichte renovatie:**
* Bouwmaterialen: Iets meer milieu-impact door het toevoegen van isolatiematerialen en energiebesparende technieken [42](#page=42).
* Energieverbruik: Enorme energiebesparing dankzij een beperkt aantal eenvoudige ingrepen, zoals dakisolatie of een nieuwe CV-ketel [42](#page=42).
* **Ingrijpende renovatie:**
* Bouwmaterialen: De milieu-impact van de materialen en technieken is aanzienlijk groter door de ingrijpende renovatiewerken [43](#page=43).
* Energieverbruik: Verdere energiebesparing dankzij energiebesparende bouwmaterialen en technieken die werden toegevoegd [43](#page=43).
* **Sloop & heropbouw:**
* Bouwmaterialen: Een heropbouw vraagt veel nieuwe bouwmaterialen die niet altijd direct een effect hebben op het energieverbruik [44](#page=44).
* Energieverbruik: Door opnieuw te bouwen kan men de meest wenselijke materialen en technieken toepassen om het energieverbruik te beperken [44](#page=44).
#### 3.1.4 Toekomstige ontwikkelingen (EPD-regelgeving)
Momenteel is er in België geen EPD-regelgeving gepland, hoewel deze wel al bestaat in Nederland (sinds 2018), Frankrijk (sinds 2022) en Denemarken (sinds 2023). Europa is bezig met een herziening van de EPBD (Energy Performance of Buildings Directive) richtlijn. Vanaf 2027 wordt een EPD-regelgeving verplicht bij nieuwe gebouwen groter dan 2000 m², en vanaf 2030 voor alle nieuwe gebouwen. Er is een mogelijkheid dat deze verplichtingen geïntegreerd worden in het EPB-certificaat [45](#page=45).
---
# Het leeronderdeel massiefbouw
Dit leeronderdeel verschaft een gedetailleerd overzicht van de structuur, de aanpak en de analyse van bouwknopen binnen de context van massiefbouw, opgedeeld in zeven hoofdstukken en aangevuld met vijf basis- en vijf extra bouwknopen [53](#page=53) [54](#page=54) [55](#page=55).
### 1.2.1 Structuur van het leeronderdeel
Het leeronderdeel massiefbouw is gestructureerd rond zeven hoofdstukken, die elk een specifiek type scheidingsconstructie behandelen. Deze hoofdstukken zijn gericht op een systematische analyse van verschillende bouwdelen [53](#page=53) [56](#page=56).
#### 1.2.1.1 Hoofdstukken
De zeven hoofdstukken van het leeronderdeel massiefbouw zijn als volgt ingedeeld:
* **Hoofdstuk 1: Inleiding** [53](#page=53).
* **Hoofdstuk 2: Wanden** [53](#page=53) [56](#page=56).
* **Hoofdstuk 3: Buitenschrijnwerk** [53](#page=53) [56](#page=56).
* **Hoofdstuk 4: Vloerplaat op volle grond** [53](#page=53) [56](#page=56).
* **Hoofdstuk 5: Tussenvloeren** [53](#page=53) [56](#page=56).
* **Hoofdstuk 6: Plat dak** [53](#page=53) [56](#page=56).
* **Hoofdstuk 7: Hellend dak** [53](#page=53) [56](#page=56).
#### 1.2.1.2 Oriënterende schema's
Voor elk van de hoofdstukken worden oriënterende schema's aangeboden om de structuur en de inhoud te verduidelijken [56](#page=56).
### 1.2.2 Analyse van bouwknopen
Een essentieel onderdeel van het leeronderdeel is de analyse van bouwknopen. Hierbij wordt gefocust op de aansluitingen tussen verschillende scheidingsconstructies [54](#page=54) [55](#page=55).
#### 1.2.2.1 Basis bouwknopen
Er worden vijf basis bouwknopen geïntroduceerd die de meest voorkomende aansluitingen tussen scheidingsconstructies vertegenwoordigen. Deze zijn [54](#page=54):
1. Raamopening [54](#page=54).
2. Funderingsaanzet [54](#page=54).
3. Tussenvloer [54](#page=54).
4. Dakopstand (Plat dak) [54](#page=54).
5. Dakvoet (Hellend dak) [54](#page=54).
#### 1.2.2.2 Extra bouwknopen
Aanvullend op de basis bouwknopen worden er nog vijf extra bouwknopen behandeld, die complexere of specifiekere aansluitingen illustreren. Deze zijn [55](#page=55):
6. Deurdorpel [55](#page=55).
7. Opgaande buitengevel met groendak [55](#page=55).
8. Raamaansluiting op dakterras [55](#page=55).
9. Uitkragend terras [55](#page=55).
10. Topgevel [55](#page=55).
> **Tip:** Het grondig bestuderen van deze bouwknopen is cruciaal voor het begrijpen van de praktische toepassing van massiefbouwprincipes en het waarborgen van de correcte detaillering in bouwkundige tekeningen [54](#page=54) [55](#page=55).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Prestatiecriteria | Eisen die gesteld worden aan gebouwen om te voldoen aan specifieke functionele, veiligheids- en comfortnormen. |
| Binnenklimaat | De omstandigheden binnenin een gebouw met betrekking tot temperatuur, vochtigheid, luchtkwaliteit en geluid, die essentieel zijn voor het comfort en de gezondheid van de gebruikers. |
| Bouwfysica | Het vakgebied dat zich bezighoudt met de natuurkundige eigenschappen van de gebouwde omgeving en de interactie tussen het gebouw en zijn natuurlijke omgeving, met focus op thermische prestaties, waterdampoverdracht en luchtdichtheid. |
| Slim bouwconcept | Een ontwerpbenadering waarbij de gebouwschil zodanig wordt ontworpen dat deze meerdere functies combineert, zoals stabiliteit, isolatie en bescherming tegen weersinvloeden, om een efficiënt en comfortabel binnenklimaat te realiseren met minimale technische installaties. |
| Brandveiligheid | Eisen en maatregelen gericht op het voorkomen van brand, het beperken van de verspreiding ervan en het garanderen van de veiligheid van gebruikers tijdens een brandincident, inclusief de brandreactie en brandweerstand van bouwmaterialen en constructies. |
| Duurzaamheid | Een breed concept dat verwijst naar de milieuvriendelijkheid, sociale verantwoordelijkheid en economische levensvatbaarheid van bouwprojecten, met aandacht voor materiaalgebruik, energieverbruik en levenscyclusanalyse. |
| EPB-regelgeving | De EnergiePrestatie en Binnenklimaat regelgeving, een wettelijke methode in België om de energieprestaties van gebouwen te beoordelen en te sturen, met specifieke eisen voor isolatie, installaties en ventilatie. |
| Levenscyclusanalyse (LCA) | Een methode om de milieu-impact van een product of dienst te evalueren over de gehele levensduur, van grondstofwinning tot afdanking, inclusief productie, transport, gebruik en onderhoud. |
| TOTEM-tool | Een digitale tool ontwikkeld door OVAM om de totale milieu-impact van bouwmaterialen te berekenen en te optimaliseren op verschillende niveaus, gebaseerd op levenscyclusanalyses. |
| Massiefbouw | Een bouwtechniek waarbij dragende wanden, vloeren en daken worden uitgevoerd in massieve materialen zoals beton, baksteen of steen, wat resulteert in een robuuste en duurzame constructie. |
| Bouwknopen | De specifieke aansluitingen tussen verschillende scheidingsconstructies van een gebouw, zoals wanden, vloeren en daken, waar aandacht nodig is voor de continuïteit van prestaties op het gebied van isolatie, luchtdichtheid en waterdichtheid. |
| Stabiliteit | Het vermogen van een constructie om belastingen zoals zwaartekracht, wind en aardbevingen veilig te weerstaan zonder te bezwijken of te vervormen. |
| Waterdichtheid | De eigenschap van een constructie om de indringing van vloeibaar water te voorkomen, wat essentieel is voor het beschermen van het gebouw en het creëren van een comfortabel binnenklimaat. |